plaatsen waar geen tapijten hingen, dus waar een boekenkast en ander meubilair de wandruimte in beslag namen. Het is de moeite waard te pogen op grond van de hiervoor vermelde gegevens uit de Statennotulen en de rekeningen ons een beeld te vor men van het interieur van de zaal na de grote verbouwing. Meer dan een globaal beeld zal het niet kunnen worden, gezien het materiaal dat ter beschikking staat. De posten uit de rekeningen zijn niet gespe cificeerd. Het is niet altijd duidelijk voor welke ruimte in de Abdij destijds bepaalde uitgaven zijn gedaan. Desniettemin kan het van belang zijn bepaalde zaken eens op een rijtje te zetten met hier en daar een verwijzing naar soortgelijk werk elders. De vloer bestond uit brede planken. Van een vloertapijt is geen sprake. De balkenzoldering van de zaal was niet voorzien van stucwerk. Zij zal net als vóór de verbouwing bestaan hebben uit moer- en kinder balken. De term "gebroken rood", gebruikt voor de tint waarin het plafond geverfd was, levert een probleem op. In het algemeen bestond het plafond toen uit hout in de natuurlijke kleur of beschilderd in een groene dan wel bruin-rode tint. Het zou in dit geval voor de hand liggen aan de bruin-rode kleur te denken als er gezocht wordt naar een verklaring van de term gebroken rood. Zekerheid hieromtrent kunnen wij niet geven. "Gebroken" betekent in dit geval niet zuiver. De schilder gebruikte dus rood, waar een andere kleur aan toegevoegd was.63 In de 17de eeuw zal niet meer het helle rood gebruikt zijn zoals dit oorspronkelijk in de Middeleeuwen het geval was bij voorbeeld bij ornamenten van goud met helrode kern; in latere perioden werd immers de voorkeur gegeven aan gedempte of halve tinten.64 Hier lig gen verschillende mogelijkheden. Wij kunnen ons voorstellen, dat een lichte tint verf bij het breken van de kleur wat donkerder gemaakt wordt (het "gebroken wit" is hiervan een voorbeeld). Het omgekeerde is echter ook mogelijk d.w.z. dat een donkere kleur gebroken wordt met de bedoeling de tint wat op te lichten. Het kan zijn, dat het rood gebroken werd naar de blauwe kant, waardoor een tint als karmozijn ontstaat; de suggestie houdt verband met de kleur van de textiel- aankopen voor de Statenzaal. Nog even een opmerking terzijde: de bewerking van het breken van een kleur zou ook op nog andere wijze kunnen geschieden met name langs de weg van het achtereenvolgens aanbrengen van b.v. twee kleuren verf op dezelfde oppervlakte. Wil men in zo'n geval het effect van een oplichting van de rode kleur bereiken dan moet b.v. eerst met geel en daarna met rood geschilderd worden. Bij de Statenzaal is deze methode bij het plafond echter niet toegepast. Voorts zal de zoldering door de fijnschilder, gezien zijn grote aantal werkdagen, versierd zijn. De Lairesse doet ons veronderstellen, dat de "zolderwerken" in de 17de-eeuwse interieurs met luchtig en gauw 33

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1978 | | pagina 51