gemakkelijke zaak de verschillende posten, die in de rekeningen voor
komen "onderdak te verschaffen". Zo bij voorbeeld de kwestie van
het groot loof tegenover de schouw. Hield dit ornament een plaatsing
in aan de westwand van de Statenzaal? Hier moet het tapijt van Lillo
gehangen hebben. Aan die zijde was ook een toegangsdeur in de noord
westhoek. Waar kan deze decoratie, misschien als contrapunt van de
schoorsteenpartij, aan die zijde dan gezeten hebben?
Uit de rekeningen zou opgemaakt kunnen worden, dat er twee dessus-
de-porte's waren, één "geschilderd op de manier van het tapijt", mis
schien boven de deur aan de westwand. De schilder praat over "de
ander duere aen de schouwe", wellicht te interpreteren als de entree
van de Statenleden uit de Kamer voor Gecommitteerden, waarboven
een dessus-de-porte.
Een belangrijke factor in het interieur werd voorts gevormd door de
kleuren, waarin het beeldwerk geverfd werd. Het gebruikte "steen-
grau" kan eventueel als grondverf gediend hebben.68 De tinten waar
het dus op aan komt zijn rood en "grau". Over deze laatste kleur zijn
verschillende deskundigen het niet eens. Er kan mee bedoeld zijn zand-
steenkleur of "blank"; ook moet worden gedacht aan een grijsachtige
toon, waardoor de indruk gewekt werd van hardsteen. Het is moeilijk
hier een definitieve uitspraak over te doen.
De zaal was behangen met 's lands tapijten, zoals wij gezien hebben.
Globaal besloegen deze twee/derde van de hoogte der muren. Voor
boven en beneden deze wandversiering was dus ongeveer 1,90 meter
"over". De verhoudingen zijn onbekend. Een gebeeldhouwde lijst
werd, zoals wij zagen, boven de tapisserieën aangebracht, ook op de
hoeken van de schouw (vergelijk afb. 3); eronder zal een lambris ge
zeten hebben, gezien de bestellingen van wagenschot.
Stilistische opmerking
De omstandigheid, dat de verbouwing in Middelburg 15 a 20 jaar vóór
het optreden van Marot plaats vond, betekent dat de Franse hofkunst
geen invloed heeft gehad. Welke elementen hebben dan wel de vorm
geving bepaald? Wellicht festoenen, cartouches, consoles en pilasters
zoals aanwezig in het huis De Globe in Middelburg (afb. 13). Minder
verfijnd dan de Lodewijk XIV stijl, nog duidelijk verwant aan de
classicistische barok. Een aanwijzing in die richting geeft de stijl van
de Statenpoort (afb. 12) aan het Abdijplein, het enige houvast, dat
overgebleven is. Er moet rekening mee worden gehouden, dat een
uitvoering in steen natuurlijk altijd een wat ander karakter heeft,
meestal minder gedetailleerd, grootschaliger, dan decoratief werk in
hout. Verder met het feit, dat de uitvoering in Antwerpen gebeurde,
zodat de vormgeving de invloed van het Antwerpse milieu onderging.
Bekijken we de Statenpoort, die enigszins in de trant van de Bel-
35