Prinsenstoel uit 1600 gebruikt. Het Gemeentearchief in Den Haag
heeft de volgende inlichtingen verstrekt over Johannes Pijl (1): volgens
notariële akten was hij burger, meesterstoelemaker en winkelier. Hij
heeft achtereenvolgens verschillende functies bekleed in het Groene
en Spaanse stoel- en spinnewielmakersgilde of St. Pietersstoelgilde in
Den Haag.72
Hendrick van (der) Spijck, schilder
De op de verzamelstaat vermelde Hendrick van (der) Spijck schilderde
in 1678 eerst vier en daarna nog één exemplaar van het wapen van
Zeeland (bijlage T), voorzien van een kroon en witte banderolle terwijl
de tekst in zwarte letters op het witte lint aangebracht was. Zoals ver
meld dienden de schilderingen als patroon voor het borduurwerk. Ook
Jacob der Kinderen heeft (bijlage E) een tekening van het wapen van
Zeeland gemaakt, die als patroon moest dienen voor het borduren.
Wie was deze Hendrick van (der) Spijck?
Hij woonde in ieder geval in het jaar 1671 in een huis aan de Pavil
joensgracht in Den Haag, dat later bekend zou worden. Van (der)
Spijck stond n.l. in dat jaar een kamer af aan de grootste denker van
Nederlandse bodem, Baruch de Spinoza. Het is merkwaardig, dat in
de literatuur73 als enig bekend schilderij een portret genoemd wordt
van de mathematicus E.W. von Tschirnhausen, in het Museum Gotha,
dat vroeger als een portret van Spinoza werd beschouwd.
Het Gemeentearchief in Den Haag wijst nog op de volgende bijzonder
heden: Hendrick van (der) Spijck werd als meester "kamerschilder"
opgenomen in het St. Lucasgilde in 1667 en bekleedde verschillende
functies in dit Gilde. Volgens de notariële akte van 12 februari 1675
was hij te Middelburg woonachtig maar hij stond in het jaar (van de
grote verbouwing) 1678 op de nominatie voor "hoofdman" in het
Sint Lucasgilde in Den Haag; de Middelburgse woonplaats was dus
maar een tijdelijk onderdak.74 In 1686 kocht Sr Hendrick van Spyk,
meester kunstschilder, een huis en tuin in het Voorhout75; hij schijnt
dus in later jaren in goede doen te zijn geweest.
Joris van Reus(s)en, leverancier van textiel
De op de verzamelstaat driemaal genoemde Joris van Reus(s)en (zie
ook bijlagen S, O en P) leverde textiel voor de aankleding van de ver
gaderplaatsen: 70 el fijn groen laken en 50 el fijn carmosijn violet
(roodachtig paars) laken, eveneens kleine hoeveelheden carmosijn
violet heeresaay met bijpassend lint voor een hoes over de stadhouders-
stoel; idem voor een zelfde gebruik in de groene versie.
Vermoedelijk waren 6 el carmosijn violet fluweel en evenveel groen
fluweel voor de bekleding van de beide stadhoudersstoelen bestemd.
Verder worden enige bedragen voor het maken van een fluwelen zak
39