44
DE STATENZAAL IN DE 18DE EEUW
Wanneer wij ons willen verdiepen in de geschiedenis van de Staten
zaal in de eerste helft van de 18de eeuw is het goed de aandacht te
vestigen op het volgende: Er zijn een aantal factoren, die toen een rol
gespeeld hebben waardoor Zeeland zich in financieel opzicht niet veel
kon veroorloven. Natuurlijk gold ook voor deze provincie de algehele
uitputting der geldmiddelen als gevolg van de strijd om het Europese
evenwicht van Willem III tegen de Franse Koning Lodewijk XIV.
Er was echter nog een extra nadeel bij de genoemde situatie namelijk
het feit, dat de bijdrage (quote), door Zeeland op te brengen in de
algemene lasten van de Unie, te hoog lag ten opzichte van de andere
provinciën; een omstandigheid, waartegen door de Zeeuwen herhaal
delijk geprotesteerd werd. Bovendien veroorzaakte een slecht ge
voerde financiële politiek in de jaren 1740-1750 (waarbij loterijlenin
gen op een onvoordelige basis uitgeschreven werden), dat speciaal
deze provincie permanent op te hoge lasten zat.
Het is dan ook geen wonder, dat wij in de eerste helft van die eeuw
geen belangrijke feiten kunnen mededelen over veranderingen aan de
Statenzaal.
Enige verlichting kwam in de tweede helft van de 18de eeuw toen
Willem V en ook de Raadpensionaris Mr. Laurens Pieter van de
Spiegel zich met dit probleem bezig gingen houden.
Voor de tweede helft valt melding te maken van een modernisering
van de vensters en toevoeging van een kachel. Vervolgens van een
meer ingrijpende bemoeiing met de zaal in 1784.
In de jaren 1761-1762 werden een zestal schuiframen gemaakt in de
kamers van de "Heeren Staaten en die van den Rade", een aanpassing
aan de mode in die dagen. De afbeelding van J.J. Worrell (afb. 11)
geeft een idee hoe wij ons deze vensters moeten voorstellen. Een 18de-
eeuwse afbeelding (afb. 5), toont een nis, in het midden van de lange
zuidwand van de Statenzaal; deze zal gemaakt zijn voor een wit porse
leinen kachel, die daar in 1763 blijkens genoemde plattegrond ge
plaatst werd en die in Zweden besteld was. In de volgende paragrafen
zullen over deze kachel nadere bijzonderheden ter sprake komen,
evenals over de noodzakelijke reparatiën in 1784. Er blijken dan twee
mogelijkheden: alleen een opknapbeurt van hetgeen gerepareerd moest
worden of wel een geheel vertimmeringsplan, waardoor aan de zaal
door de landsfabriek (landsarchitect) Coenraad Kaijser een zuiver
Lodewijk XVI interieur gegeven zou worden. Tijdens de discussies
over de beslissing laat de afgevaardigde van Veere het protest horen
tegen het verwijderen van de toen bijna twee eeuwen oude tapijten;
dit is voor die tijd een opmerkelijk staal van waardering voor derge
lijke oude "monumenten", zoals ze in de stukken worden genoemd.