houder, zal hiermede zijn bekleed (afb. 14).
Een inventaris "der meubilaire goederen in de Abdijgebouwen 1800-
1801" (RAZ - Inventaris Unger: De archieven van de gewestelijke
besturen van Zeeland 1799-1810, No. 93) vermeldt in de grote ver
gaderkamer van het Departementaal Bestuur (de Statenzaal): een grote
vierkante tafel met een paars lakens kleed, en 24 stoelen met paarse
"zaaten" en rugstukken en dito armstoel.
Ook de staande dubbele schrijflessenaar was met paars laken over
trokken.
Vervolgens wordt vermeld voor de oude Raadkamer een ovale tafel
met een groen trijp kleed, 10 stoelen met groene trijpen zittingen en
rugstukken en dito armstoel.
Het is duidelijk dat hier niet alle stoelen worden vermeld, maar slechts
die, welke zich normaal in de kamer bevonden.
Over het lot van de oude stoelen zijn wij ingelicht: zij werden "over
gedaan" aan de magistraat van Arnemuiden onder voorwaarde dat de
geborduurde provinciewapens verwijderd werden. De versierde arm
stoel van de Eerste Edele uit ongeveer 1600 staat nog vermeld in de
"Voorloopige lijst van de Nederlandsche monumenten van geschie
denis en kunst" van 1922; blijkbaar is die stoel gehandhaafd voor
gebruik bij bijzondere gelegenheden, zoals wij hiervoor reeds opmerk
ten. Deze stoel is thans niet meer aanwezig.
Behalve de zojuist genoemde stoelen maakte Pietersen nog voor de
Statenzaal in 1781 twee nieuwe lessenaars en werden twee kleine
schrijftafels door hem veranderd. Behalve deze bijdragen voor het
meubilair leverde hij ook textiel en dergelijke voor deze vergaderruim
te met name drie grote "glasgordijnen" van damast met de accessoires
als lint, koord, koperen ringen en dito spijkers (de gordijnen werden
door hem genaaid en opgehangen aan drie door hem geleverde eiken
houten kokers met zes rollen, welke op koperen pinnen in de muur
waren bevestigd).
Bovendien werd de leverantie aan hem toevertrouwd van een lakens
kleed over de grote tafel, de twee kleine tafels en de drie lessenaars,
waaraan tezamen 87 el breed en 26 el smal kemelshaar galon ver
werkt was.120
De drie grote belkwasten van afbeelding 14 met het benodigde koord
staan ook op zijn rekening, evenals de 12 ronde bladen van "Prus"
leer om onder de inktpotten te leggen.
Uit bovenstaande posten blijkt, dat Jacobus Pietersen uit Middelburg
een vrij belangrijke bijdrage heeft geleverd voor de aankleding van
"meubilaire" goederen van de Statenzaal in het laatste kwart van de
18de eeuw. Gelukkig kunnen wij ons een voorstelling maken van deze
"medaljon" stoelen doordat een aantal exemplaren bewaard bleven.
Onze gegevens kunnen geen antwoord geven op de vraag waarom er
57