Idem, 18 mei 1679:
De nieuwe saai was opgemaakt,
Verguldt, beschildert en behangen,
Daar nu de leden van den staat,
Verwelkomt wierden, en ontfangen,
Dit sal ons arme Republijcq,
Weer kosten menigh Zeeuwsche daalder,
Dog 't spreekwoort heeft altijdt gelijk,
dat zegt, hoe kaalder hoe rooyaalder.
Handschriftenverzameling Provinciale Bibliotheek van Zeeland nr. 6170.
24. Van de Graft. Tapijtfabrieken, blz. 151.
25. Smallegange. Chronijk, tegenover blz. 424.
26. Anselin: Frans bouwkundig ingenieur, die in de Franse tijd een ver-
bouwingsontwerp heeft gemaakt voor de Abdij.
27. Zeelands Chronyk Almanach, blz. 360.
28. Zie afbeelding "Abdijkern begin 16de eeuw" in: Labouchere en Haakma
Wagenaar, Voorlopig Verslag.
29. In de Tegenwoordige Staat blz. 169 wordt gesproken over een vertrek-
kamer boven een voorportaal; naar mijn mening kan deze wat onduidelijke
passage slechts bedoelen de ruimte op de verdieping van de voor het ge
bouw, waarin de Statenvertrekken zich bevinden, opgetrokken zogenaamde
Witte Toren (uit de 15de eeuw).
30. Smallegange, Chronijkblz. 424.
31. Grafelijke Munt, huizen van Griffier Mogge en Modeus (die beiden aan
de Rekenkamer verbonden waren), aan het 's Gravensteen etc.
32. Zie bijlage A voor de houtleveranties en het arbeidsloon. Het bedrag was
44:12:2 Vlaams.
33. Not. Zeel. 1679 - 18 mei.
34. RAZ, Staten 683, Notulen van Gecommitteerde Raden 1679 - 18 sep
tember.
35. Een voorbeeld hiervan bij de tapijtbestellingen in de 17de eeuw voor stad
huizen: In de burgemeesterskamer te Delft namen in 1667 de rondom
hangende tapijten aldaar 2/3 deel van de wandhoogte in beslag tot aan
een doorgaande lijst, die tot afscheiding gemaakt was. In Middelburg moet
een dergelijke situatie ook hebben bestaan. Naar wij mogen aannemen zijn
bij de verbouwing de twee kleine smalle ramen dichtgemaakt, die zich aan
de kant bij het vroegere bodehuisje bevonden (de tapijten konden zodoende
op één hoogte worden aangebracht, wanneer deze venstertjes tenminste
niet een portaal verlichtten).
36. Overige bijzonderheden en de vindplaatsen van deze gegevens zijn: Jacques
der Kinderen, geboren 1609, gehuwd te Geraertsberghe, 25 januari 1635
met Maria van Audenaerde, geboren 1610, overleden Middelburg 27 sep
tember 1657. Zeven kinderen. Zesde is Jacobus, geboren 20 september 1649,
gehuwd te Middelburg 11 juli 1670 ("De Nederlandsche Leeuw" 1907,
blz. 242 en 243).
Volgens dezelfde bron (blz. 241) is bekend, dat Jacques der Kinderen een
winkel in lijnwaet en cramerij voor 657:9:10 Vlaams verkocht. Tentijde
van de verbouwing in de Abdij had Jacob de leeftijd van 29 - 30 jaar;
dat wil zegen hij was een "coming man". Het Sint Lucasgilde in Middelburg
ontving zijn "incomgelt" op 3 april 1671 (Archief Kunstgeschiedenis VI,
78