pure tourbeurt en mocht er in bepaalde gevallen ook niet voor bedan ken. Ook was het niet meer toegestaan twee vaste ambten gelijktijdig te bekleden. Was men gelukkig met dit alles? Er zijn aanwijzingen voor dat er toch nu en dan wel weer wat neigingen leefden om tot de traditionele tweede ling terug te keren.24 Hoe sterk die ook mochten zijn, het nieuwe reglement op de ambtenbegeving is een puur mechanisme geworden dat zich geruisloos voltrok, naar het schijnt geheel buiten de tegenstel lingen om die er natuurlijk in de raad toch nog wel waren... Helaas zijn wij over de interne verhoudingen die aan de explosie van 1787 voorafgingen vrij slecht ingelicht. Zeker is wel dat de meerderheid van de stadsregering al in 1782 een duidelijk patriotse koers aanhield, en zelfs dat ze dat deed op een vrij uitdagende wijze, wat voor Zierikzee nogal ongebruikelijk was.25 Het is en blijft moeilijk de achtergronden van dit Zierikzees regenten-patriottisme te doorgronden. De belang rijkste bron die de Zierikzeese patriotten ons nalieten is een geschrift van een vroedschap waarin vooral verontwaardiging-achteraf opklinkt over de plundering. Men kan er niet uit afleiden hoe de auteur en zijn medestanders tot hun patriottisme zijn gekomen. Werd dat, behalve door vaderlandse voorkeuren, ook gedragen en wellicht verhevigd door specifiek-Zierikzeese gevoelens en verlangens? De tradities van de "grafelijke" stad met haar oude rechten, de sfeer van deftigheid, eruditie en Coccejanisme, de aantrekkingskracht van een geleerd pa triottisme dat van economisch herstel droomde, dat alles kan op de achtergrond een rol hebben gespeeld. Men heeft wel verondersteld dat een kerkelijk-sociale tegenstelling een factor van enig gewicht is geweest. Zo'n tegenstelling hielp wellicht de kloof tussen de meerderheid van de Zierikzeese regenten en de Schouwse plattelandsbevolking verbreden en verdiepen. Hoe dat zij, de Zierikzeese patriotse regenten waren beslist niet onkerks en ze hadden geen dissenterse neigingen. In de tweede helft van de achttien de eeuw deden de regenten in Zierikzee hun belijdenis nog slechts bij de gereformeerden en... op jeugdiger leeftijd dan de confraters die hen waren voorgegaan. Bovendien ontbraken in de laatste decennia van de achttiende eeuw de kerkeraadsleden niet in de Zierikzeese vroedschap. Drie - van de vijf - gereformeerde predikanten stonden tijdens het conflict aan de zijde van de patriotse raadsmeerderheid. Als een kerke lijke tegenstelling inderdaad van belang is geweest, dan was het dus waarschijnlijk vooral een intern-gereformeerde tegenstelling. Zeker is intussen wel dat eruditie kenmerkend mocht heten voor de Zierikzeese regenten van dit tijdvak. Wat persoonlijke ontwikkeling en academi sche opleiding betreft staken de regenten van deze laatste periode ver uit boven hun voorgangers (tabel 5.3). 107

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1979 | | pagina 121