vanwege de courtoisie, de wapenbeleefdheid, omgewend. Zo ook de rode leeuw van het Zeeuwse wapen, echter met één uitzondering: op de miniatuur van de krijgsverordening in het museum Meermanno Wes- treenianum te 's-Gravenhage is de rode leeuw niet omgewend. In 1475 ontving Philippe de Mazerolles betaling voor 21 exemplaren", die men later in het Frans is gaan noemen: "Lois, Statuts et Ordonnances de Charles le Téméraire". Minstens vier met elkaar vergelijkbare exem plaren zijn bewaard gebleven: I. 's-Gravenhage, Museum Meermanno Westreenianum, Cod. 242- 10 C 3 (Afb. 2) II. Kopenhagen, Kongelige Bibliotek, Nij hgl Saml. 113.20 III. München, Staatsbibliothek, Codex Monacensis. Gall. 18 IV. Wenen, Haus- Hof- und Staatsarchiv. Ms. W. 1096 V. Behalve de vier hierboven genoemde exemplaren is er nog een veel kostbaarder exemplaar van de krijgsverordeningen bewaard, dat zich thans in het British Museum te Londen bevindt. De versiering van de openingsminiatuur daarvan is veel uitbundiger, zodat er alleen ruimte is overgebleven voor een dozijn woorden van de begintekst. Men kan zich een beeld vormen van de pracht en praal aan het hof van de hertogen van Bourgondië. Hertog Karei zit op een indrukwekkende troon en is omringd door zijn raadslieden, op de achtergrond vertoeven enkele leden van zijn garde. De wapenschilden, die de afbeelding omringen, zijn dezelfde als die bij de andere krijgsverordeningen zijn afgebeeld. (Ms 36619.) VI. Het manuscript met dezelfde krijgsverordeningen, dat wordt be waard in het Historisch Museum te Bern, is een latere copie. De aanbiedingsminiatuur vertoont geen tekst. De wapenschilden zijn de zelfde als die de originele krijgsverordeningen versieren. Dit heraldisch machtsvertoon valt samen met de veelbesproken onder handelingen over een huwelijk tussen Maria, enig kind van hertog Karei van Bourgondië, en Maximiliaan van Oostenrijk, de zoon van keizer Frederik III, in combinatie met onderhandelingen over een koningskroon voor hertog Karei. Eigenlijk was laatstgenoemde dan alleen bereid de samenvoeging van de Bourgondische erfenis met de Habsburgse bezittingen door bedoeld huwelijk in te leiden, als hij erkend zou worden als Rooms-koning, dus als toekomstig keizer. Hij was dan bereid tot de afspraak, dat hij op zijn beurt door Maximiliaan zou worden opgevolgd. Opnieuw zijn de onderhandelingen mislukt. De keizer, ten einde raad, vluchtte bij nacht en ontij uit Trier weg en liet hertog Karei zitten met zijn verlangens en zijn kostbare krijgsverorde ningen. 135

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1979 | | pagina 171