Een van de belangrijkste maatregelen van Karei V, bedoeld om zijn
gebieden in het westen van Duitsland nauwer aan elkaar te binden, was
de vorming van de Bourgondische Kreits in 1548 bij het verdrag van
Augsburg, waardoor Karel's landen vrij werden van rijksrechtspraak
en van rijksinmenging in inwendige aangelegenheden. Een andere
maatregel was de Pragmatieke Sanctie van 4 november 1549, waarbij de
erfopvolging in alle Nederlandse gewesten aan hetzelfde recht werd
onderworpen, zodat alle gewesten aan dezelfde erfgenaam zouden
toevallen en dat vrij van keizerlijke jurisdictie. Bij deze regelingen
waren ook Franche-Comté en Lingen (ten oosten van Overijssel) be
trokken.
25. DE ZEVENTIEN NEDERLANDEN
Na het tot stand komen van de Pragmatieke Sanctie van 1549 maakten
in de keizerlijke oorkonden de benamingen "Landen van Herwaarts-
over" les pays de parde?a) plaats voor "Nos paysd'embas" en "De
Nederlanden". In een document van 1549 somt Karei V zijn talrijke
titels op, waarvan de volgende uit de Nederlanden: hertog van Brabant,
Limburg, Luxemburg en Gelder, graaf van Vlaanderen, Artois, Hene
gouwen, Holland, Zeeland, Namen en Zutphen, markgraaf van het
Heilige Rijk Antwerpen), Heer van Friesland, Mechelen, Utrecht,
Overijssel en Groningen.8 Opnieuw zijn er zeventien Nederlanden, die
meestal wel in combinatie met de namen van landen elders in Europa
genoemd worden.
Van deze zeventien scheidden er zich in 1579 acht af, die in 1588 de
Republiek der Zeven Verenigde Nederlandse Provinciën zouden gaan
vormen. Maar omdat Zutphen dan alleen nog maar als een van de vier
kwartieren van Gelderland wordt beschouwd, ligt het voorde hand, dat
men geneigd is het aantal tien te verbinden met de Zuidelijke ofSpaan
se" Nederlanden. Inderdaad hechtte men ook in het zuiden voldoende
waarde aan het traditionele getal zeventien: Koning Philips IV bv. telt
na de Vrede van Munster 1648) het Over-kwartier van Gelre als tiende
gewest mee, ook al om de titel hertog van Gelre inhoud te geven.
Anderen menen redenen te hebben om als nummer tien te vermelden
het gebied van Doornik en het Doomikse, zoals C. Specht doet op zijn
wapenkaart uit 1705.19 Op deze kaart telt Specht Artois ook nog ge
woon mee, ondanks de afstand van Artois aan Frankrijk bij de Vrede
van de Pyreneeën in 1659, resp. die van Nijmegen in 1678. Kennelijk
zagen in 1705 C. Specht en zijn tijdgenoten het verlies van Artois nog
niet als definitief. Overigens verloren de Spaanse Habsburgers in 1678
ook Franche-Comté, dat nooit is meegeteld om het getal van de zeven
tien Nederlanden compleet te houden.
153