die deze gewesten met het water te voeren hebben. Vermoedelijk is het tegelijk met het Hollandse wapen ontstaan".97 Moet men er rouwig om zijn dat de oude betekenis van wapen en wapenspreuk niet meer verstaan wordt? Daar schijnt geen reden voor. Beide zijn met hun tijd meegegaan, ze hebben zich om zo te zeggen verjongd naar gelang van de omstandigheden en daardoor zijn zij als symbool van eenheid blijven functioneren: eerst in de opstand tegen Spanje, vervolgens in de strijd tegen het water. Wel doemt hier de vraag op, hoe het later zal gaan, als eenmaal de veiligheid van het land en zijn bewoners - wat de bedoeling van het Deltaplan is - door machtige dijken is gewaarborgd. Zal "Luctor et emergo" dan tot een relict uit een voorbije tijd verstenen of zal het toch nog een lading krijgen die de Zeeuwse leeuw opnieuw kan bezielen in zijn worsteling met de proble matiek van de toekomst? De mogelijkheden daartoe lijken nog niet uitgeput. Tenslotte een enkel woord over de vertaling van "Luctor et emergo". Dit wordt in het Nederlands op twee manieren weergegeven, letterlijk met: "Ik worstel en kom boven" en dichterlijk met: "Ik worstel en ontzwem". Geeft de eerste vertaling geen moeilijkheid, bij de tweede rijst een vraagteken. "Ontzwemmen" is in onze taal een uitermate zeldzaam werkwoord, dat eigenlijk alleen nog in de Zeeuwse wapen spreuk gebruikt wordt. Johan de Brune heeft het daar ingevoerd en zijn voorbeeld werkt na tot in het Zeeuwse volkslied, aan het begin van deze eeuw door D.A. Poldermans gedicht. In het eerste couplet van dit lied klinkt het met overtuiging: "Geen dierder plek voor ons op aard' dan.... waar klinkt der leeuwen forse stem: Ik worstel moedig en ontzwem" De Brunes vertaling is nu dus even gestandaardiseerd als de interpreta tie van het wapen door hem en zijn tijdgenoten. Ook hier past een kritisch commentaar. Men kan zich moeilijk indenken dat de rechtopstaande houding van de Zeeuwse leeuw - die, heraldisch gesproken, een klimmende leeuw is - een zwemhouding moet verbeelden. Toch schijnt dat wel zo gezien te zijn. In 1595 rustte een rederij, voornamelijk gevormd door deelnemers uit Middelburg, een schip uit voor een tocht naar de Caraïbische Zee. De naam van dat schip, "de Zwemmende Leeuw", slaat hoogstwaar schijnlijk op het provinciewapen.98 Van zwemmen naar ontzwemmen is het een kleine stap, maar geen stap in de goede richting. Waar het om gaat is, of "ontzwemmen" hetzelfde betekent als het Latijnse "emer- gere". 175

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1979 | | pagina 217