33. Not. St. Zeel. 1577-'78, biz. 124. Als randschrift werd vastgesteld: "Philipp(us) D(ei) g(ratia) Hisp(aniarum) rex comes Zeland(iae). 34. Zo ook op een penning uit 1595, aangehaald hierna, noot 44. 35. Gedrukte publikaties van 1590-15% zijn in het rijksarchief in Zeeland bewaard; daarna valt een lacune tot 1603: archief Staten, inv. nr. 1580. Vermelding verdient voorts een "Ordonnantie van zijne Princelijcke Excellentie op 't stuck van de Policie binnen Zeelandt", in 1583 te Middelburg gedrukt bij de drukker der Staten Richard Schilders, met het gekroonde provinciewapen. 36. De sluitsteen van de poortboog aan de straatzijde droeg de initialen S.P.Q.M. (Senatus populusque Middelburgensis). Verkeerde lezing daarvan gaf aanleiding tot de benaming Spompoort. De poortomlijsting met het provinciewapen stond aan de pleinzijde. Tijdens de abdijrestauratie na 1940 is zij overgebracht naar de binnenhof aan de noordzijde van de Koorkerk, waar toen een doorgang naar het Muntplein werd gemaakt. 37. Zie over deze tapijten, die nu in het Zeeuws Museum hangen, G.T. van Ysselsteyn, Geschiedenis der tapijtweverijen in de Noordelijke Nederlanden, (Leiden 1936) 2 dln 1,259,263-65. 38. "Het beste deel is waakzaam". Van Loon.l, 430. 39. Van Loon. I, 442. Op de voorzijde zijn afgebeeld twee schepen, voor een eiland onder zeil liggend, met als randschrift: "Idem protector et hostis" (Beschermer en vijand zijn een en dezelfde). Vermoedelijk op grond daarvan heeft M.G.A. de Man Catalogus der numismatische verzameling van hel Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Middelburg 1907. 84) verband gelegd met een storm op 24 decem ber. Daartegen pleit dat een kalme zee is weergegeven en dat ook verder niets op zwaar weer wijst. 40. Van Loon, 1, 463. Op de voorzijde de tekst van Ps. 20,8: "Hi in curribus, hi in equis, nos autem in nomine Jehovae Dei nostri" (Sommigen (vertrouwen) op strijdwagens, anderen op paarden, wij echter op de naam van Jahweh onze God). 41. "God behartigt onze zaak". Van Loon, I, 510, 520. 42. "Geef niet aan ons. Heer, niet aan ons maar aan Uw naam de eer". Van Loon, 1,394, I. Stempelsnijder was Gerart van Bijier; zie de acquitten voor de poimjons en het leggeld van 1589 bij de rekening van muntmeester Jacob Boreel, 1585-1591: R.A. Zeeland, archief Rekenkamer, voorl. inv. nr. C 1135. 43. "Hen die de dag bij het aanbreken trots zag pronken, die zag dezelfde dag aan het einde terneder liggen" (Seneca, Thyestes, vs. 614-615). Van Loon, 1, 548, V. 44. "Verwacht de Heer, gedraag U moedigen Hij zal Uw hart sterk maken". Van Loon, I, 464. Stempelsnijder was Gerart van Bijier, aan wie betaald werd voor leggeld "met het vegtende manneken tegens den beer", wat slaat op de afbeelding aan de voorzij de; acquitten bij de rekening van muntmeester Jacob Boreel. 1591-1597, R.A. Zee land, archief Rekenkamer, voorl. nr. C 1136. 45. Van Loon, I, 390, III. "Rekenpenningen van de Staten van Zeeland" en niet van de Rekenkamer, want die werd pas in 1594 opgericht. 46. Van Loon. I, 390, II, op de nederlaag van de Armada. 47. Voluit aan te vullen tot: "Ne temere credendum" (Gelooft niet lichtvaardig). Van Loon, 1,428, II. 48. "O wonderbaarlijk (zijn) de werken van God". Van Loon, I, 497, XIV, op het ruitergevecht bij Turnhout en andere Spaanse nederlagen. 49. "Het woord van de Heer blijft in eeuwigheid" (1 Petr. 1,25). Van Loon 1.512,1, op de dood van Philips II. 179

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1979 | | pagina 221