Ztclanö fp?ctcfef. IVCTOR ET EMERGO l. dc Brvn5. Sr ETLeuruytditEoeck, vanwaerick ben ghefiroten: Sieti, Leurme ickbsti, en wat ick ben ghttoeefi. Hoe tujjchen Zee end" Windickjledes hebb' ghevlotetK fnd' boe lek hebb' gbejlaen trit midden onbevreeft. Hetfchjm, dataennajn lijf Ncptuyn heeft billen thoonen. Een proefencE Meejlerftuckvan al fijn grootfle kracht Hetfchijnt dat jEolu sfijn opghejwollen koonen ^wNcrcus, als ter leendaer toe oock heeft ghebracht. Hef woelen, als omfirijd, om my tot niet te maecken, En met een Holle Maegh verjwelgen gantfeh en gaer. CMaerdie ick broed en voed fieeds voor mijn welvaert waecken, Doch werde noch veel meer des Hemels hulp gbewaer. Woelt Elementen al, jchuymt Zee, blaefi felle Winden. Dreyght, dringhtal Xtatgly fmtick blijve buyten klem: +£.uaor De Hemel is met mydiefal u wreed he, d binden: cmer- Metredenfchrjf ick dan, ick Worücl ciul' ontfw cmgs. Afb. 45

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1979 | | pagina 247