onthuld heeft. Maar al te vaak hoefden de politici van het Ancien
Régime zich al heel weinig aan te trekken van het publiek en de publieke
opinie. Bovendien: ook al speelden de denkbeelden en de tradities der
partijen soms gedurende langere of kortere tijd een rol, de facties
waren, dat staat wel vast, in het politieke leven van de zeventiende en
de achttiende eeuw een uiterst belangrijk verschijnsel.
De lezer zal zich na kennisneming van deze beschouwingen misschien
afvragen in hoeverre dit alles ook voor het politieke leven in onze oude
Republiek betekenis heeft. Welnu, ook hier hebben historici de beteke
nis van de oude factie-tegenstellingen opnieuw ontdekt8, en ook ge
constateerd dat er wel perioden waren waarin de partijtegenstelling
tussen staatsgezinden en orangisten slechts als factor van secundaire
betekenis daardoorheengestrengeld was.9 En een geschrift waarin de
Zierikzeese regentenfacties van de tweede helft van de zeventiende
eeuw werden geanalyseerd liep uit op de conclusie dat op de achter
grond achter de factie-intrigues ook een enkel aspect van de partij
tegenstelling een element van betekenis bleef, "zo niet in de motieven
van de intriganten, dan toch onder de factoren waarmee zij rekening
moesten houden".10
Er zijn overigens ook al vroeg tussen prosopografen duidelijke ac
centverschillen naar voren gekomen in hun analyses van die motieven
en drijfveren van de politici. In een deel van het werk werd sterke
nadruk gelegd op het najagen van materieel eigenbelang, terwijl in dat
van anderen een grotere diversiteit van motieven werd uitgestald,
waarbij vaak aan het familiebelang een opvallende plaats werd toebe
deeld. Gaf het economisch motief de doorslag, of werkten er verschil
lende drijfveren, die met elkander verstrengeld waren? De discussies
over deze kwestie hebben ertoe geleid dat men allengs wat behoedza
mer is geworden in dezen. In het onderzoek is soms de vraag aan de
orde gesteld in welke mate de machtspiramide, de bezitspiramide en de
statuspiramide elkaar van tijd tot tijd overlapten. En men is, meer dan
vroeger, ervan overtuigd geraakt dat ieder mens tal van rollen speelt en
dus ook door een grote en wisselende variëteit van motieven tot hande
len wordt gedreven. Dat leidde ertoe dat men de noodzaak ging inzien
de leden van de te onderzoeken groep te toetsen op een groter aantal
criteria dan aanvankelijk het geval geweest was. Al bij al hebben èn de
kritiek op èn de meningsverschillen tussen de vroege prosopografen
ertoe geleid dat het onderzoek is verbreed en verfijnd. Daarnaast is ook
de komst van de computer van belang geweest voor de jongste ontwik
kelingen in de prosopografieHet werk is door dit alles nog tijdrovender
en kostbaarder geworden dan het van nature al was.
Wij kunnen er nu toe overgaan uiteen te zetten, mede met het oog op
wat in het voorgaande aan de orde is gekomen, hoe wij ons eigen
onderzoek hebben georganiseerd en uitgevoerd. Allereerst zal wel
10