duidelijk zijn geworden waarom wij ook voor de Republiek slechts voorlopig en in algemene en ruime termen zullen aanduiden uit wat voor soort functionarissen haar politieke elite was samengesteld. Men mag spreken over een aristocratisch of zelfs oligarchisch bestel, omdat de heersende bovenlaag zichzelf grotendeels aanvulde. Het grootste gedeelte van de bevolking had politiek weinig of geen invloed. Het kon op zijn best in tijden van spanning van terzijde wat druk uitoefenen en werd ook dan in feite nogal eens door een gedeelte van de heren gebruikt. Officieel berustte de politieke macht sinds de Opstand bij de Staten der gewesten, die op verschillende wijze waren samengesteld. In de zeeprovincies hadden de regeringen der steden een zeer grote invloed. In het geheel van zo'n stedelijk bestel vormde de vroedschap, waarin men voor het leven zitting had, doorgaans - zo ook in Zierik- zee - een belangrijke kern van het stedelijk patriciaat. Die vroedschap pen werden gerecruteerd uit een beperkt aantal families. De Zierikzeese families die tussen 1572 en 1795 leden aan de plaatse lijke vroedschap hebben geleverd vormen het uitgangspunt voor ons prosopografisch onderzoek. Maar het is nodig te zeggen dat deze uitspraak nog allerminst het laatste woord is inzake onze begrenzings problemen. Wel zal reeds duidelijk zijn dat wij in dit onderzoek dus niet alleen de leden van de vroedschap van de stad hebben betrokken. Ook hun nabije en verre verwanten die in de genoemde periode andere overheidsfuncties bekleedden maken deel uit van de groep die wij hebben onderzocht. Uiteraard zijn in het hoofdstuk over de demografie en in de beschouwingen over de sociale mobiliteit de kringen nog wijder getrokken. Daar wordt óók aandacht besteed respectievelijk aan het vrouwelijk deel van dit patriciaat en aan sociale stijgers en dalers, dus aan personen die nog niet en niet meer tot de ambtsdragers behoorden. Van dit patriciaat wilden wij weten hoe het was gesteld met zijn sociale samenstelling en recrutering. Was hét een afzonderlijke groep? Was ze verdeeld of homogeen, open of gesloten? Waarop berustte de macht van deze mensen en hoe was die macht begrensd? Zijn er feitelijke politieke machthebbers geweest wier invloed niet in de eerste plaats voortvloeide uit hun formele positie, zo ze die al bekleedden? Gebruik makend van het uitvoerige werk van De Vos en van andere bronnen verzamelden wij, met het oog op de beantwoording van deze vragen, onze gegevens. Te denken valt aan zo veel mogelijk gestandaardiseerde gegevens, over de diverse personen, hun ambten, beroepen, intellec tuele bezigheden, kerkelijkheid, enzovoorts. Aangezien een groot deel van deze gegevens vrij gemakkelijk kwantificeerbaar was, werden ze door ons overgebracht op ponskaarten om aldus een bewerking met de computer mogelijk te maken. Zo volgt ons onderzoek de in de prosopografie gebruikelijke lijnen. Natuurlijk is het, met name door de onvolledigheid van de gegevens 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1979 | | pagina 25