bij de Lange Delft (Kest.). In 1480 is er "de Wal mit tnyeustraetkijn, commende van de Wal" (BM I 83). In 1483 (Kest.) is er een Vogel straatje. Dommisse vond een goede aanwijzing dat dit de benaming voor de latere Reigerstraat is, en niet voor het Vogelzangstraatje (nu: St. Antheunisstraat) waaraan Kesteloo denkt.38 Misschien geldt dit ook voor het Vogelstraatje dat in 1569 (C.d.W.605) genoemd wordt. Het kohier van 1576 noemt de Reigerstraat Wal, gezien de zinsnede "Commende nu Inden Langen delft beginnende vanden houck van den Wal". Het kohier noemt echter alleen de grotere straten bij name, zodat we hieruit niet mogen konkluderen dat in 1576 de Reigerstraat ook Wal genoemd werd. De straat de Burg (1266: "Waghta de Burgh", BM I 570) verdeelt de oude burg in twee gelijke helften. Als men binnen de cirkel kwam, betrad men kennelijk de burg. Volgens Dommisse is de straat de Burg later aangelegd en kreeg zij deze naam doordat voor haar aanleg een huis "Cranenburg" moest worden afgebroken.39 Deze opvatting lijkt niet meer houdbaar te zijn. Bij opgravingen in de burg van Souburg vond men binnen de burg een wegenstelsel van twee haaks op elkaar staande wegen dat de burg in vier gelijke parten verdeelde. Ook in het buitenland vond men bij opgravingen een'dergelijk wegenpatroon.40 Het lijkt hierdoor aannemelijk dat zowel naam als loop van de straat de Burg duiden op de karolingische burg, en niet op een huisnaam. De opdeling in Lange en Korte Burg komt in de periode tot 1576 nog niet voor.41 Hierboven werden twee vermeldingen uit 1266 genoemd, die meer aandacht verdienen. In dat jaar werd van de Westmonsterparochie de kloosterparochie afgescheiden. Een derde gedeelte van de parochie van Westmonster werd gebracht onder de kloosterkerk. Onder het klooster gingen res sorteren zij die woonden in het ambacht van de heren van Hayman, in de Waghta de Dilf en in de Waghta de Burg, behalve zij die woonden tussen de Houlabrug en Cranenburg (BM I 570 regest). De kloosterpa rochie viel dus uiteen in drie wijken, waarvan er twee binnen de stad lagen, te weten de Waghta de Dilf en de Waghta de Burg. Een klein gedeelte viel buiten de kloosterparochie, maar behoorde wel tot een wijk die onder deze parochiekerk viel, namelijk het gebied tussen de Houlabrug en Cranenburg. Dit is ongetwijfeld het gedeelte van de burg dat aan de markt grenst, het minst religieuze deel van de burg dus (zie kaart 4). De ligging van de parochiegrenzen danken wij aan een stuk uit 1591. Toen kwam men terug op een in 1574 nieuw gemaakte indeling in 12 wijken en nam men de oude indeling in drie parochiën weer aan, te weten de Abdij, de Westmonster en de Noordmonster. Dit stuk is 192

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1979 | | pagina 258