de Ame in verbinding met de zee. Pas na 1266 werd deze gracht overbodig, men kon ze dempen en tevens ook de Arne(tak) bij de oude haven afdammen. De Dam moet dan aangelegd zijn na 1266 en vóór 1301. Zoals we net zagen meent Dommisse echter, en niet zonder grond, dat de Ame via de (latere) Nieuwstraat Middelburg verliet. In navolging van oudere auteurs - Boddaert noemt als jaartal ca. 1 10050 - acht hij de haven achter de Dam gegraven. De naam Korte Delft zou dit gegraven karakter ook weergeven, en deze zou pas in 1304 van gracht tot straat zijn geworden.51 De "Langen Delft" wordt voor het eerst genoemd in 1509 (BM I 368), van de "Corte Dielfis sprake in 1421 (C.d.W. 89), 1448 (Kest.), 1477 (C.d.W. 319), 1507 (BM II 292) en later. In 1446 wordt ook nog alleen van "Dilfgesproken (BM III 185). Alhoewel er dus echt wel aanwijzingen zijn voor de opvatting van Dommisse, moet ook, en mijns inziens meer, rekening gehouden wor den met de mogelijkheid dat de Korte Delft haar naam eenvoudig ontleende aan de nabijheid van de (Lange) Delft (vgl. de Lange en Korte Noordstraat). Dat er een (natuurlijk) watertje door Middelburg heeft gelopen, sugge reren ook de namen Oostover en Westover, die in 1301 (BM I 459) en 1302 (BM I 460) vermeld worden. Dommisse heeft nagegaan op welke gebieden deze namen betrekking hebben.s2 Uitgangspunt zal ongetwijfeld de Arne zijn geweest, die verdeelde de stad in tweeën. Men is het er niet over eens of deze Ame nu ook de grens tussen de parochies West- en Noordmonster vormde, althans vóór de oprichting van de kloosterparochie in 1266. Dommisse en Gallée menen van wel, Fruin meent van niet.53 Maar ook al zou dit wel het geval zijn, dan is het nog de vraag of we daarmee de oorspronkelij ke, natuurlijke loop van de Arne achterhaald hebben. Deze zou dan namelijk precies de burg "gerond" moeten hebben. Beter gezegd, men zou de burg aangelegd moeten hebben in een bocht van de Arne. Van Werveke heeft ontdekt dat de meeste karolingische burgen een diameter hebben van zo'n 200 meter.54 Het zou wel erg toevallig zijn als de Arnebocht precies aan deze maten voldeed. We mogen daarom aannemen dat de Arne hier op zijn minst sterk vergraven is. Een probleem hierbij blijft dat we de bovenloop van de Arne niet met zekerheid kennen.55 In 1365 (BM II 189) wordt gesproken van de "nortside Dams" en de "zuutside Dams". Als de door Dommisse veronderstelde stadsuitleg in het derde kwart van de 14e eeuw ooit heeft plaatsgevonden, dan was deze in 1365 kennelijk al geschied. In 1462 (C.d.W. 249) en 1470 (C.d.W. 282) is er een Corte Damstraat. Veel aanknopingspunten voor de lokalisatie van deze straat zijn er niet. 195

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1979 | | pagina 261