Gedurende een korte periode is er ook nog een klooster van de zak- broeders geweest. In 1271 bestaat dit klooster, in 1274 werd deze orde opgeheven.68 De lokatie van dit klooster binnen de stad is niet bekend. Het grote ruimtebeslag dat al deze kloosters vergden is goed te zien op kaart 3. Het overgrote deel van de burg werd ingenomen door de abdij. Van de wereldlijke instellingen lag alleen het gravensteen binnen de oudste omwalling.69 Straatnamen die duiden op de abdij zijn er verrassend weinig. In 1480 (BM I 83) is sprake van de "cloisterpoirte upten Wal", in 1551 (BM I 152) van de "Abdyepoorte". In 14I4(Kest.) wordt een "Monkengracht" genoemd, in 1460 (Kest.) een "Monniken gracht". Volgens Dommisse zijn dit monniken van de abdij, en hij situeert deze gracht onder andere op de huidige Korte Burg.70 Als deze monnikengracht inderdaad bij de abdij heeft gestroomd, dan is de loop zoals door Dommisse geschetst niet waarschijnlijk. We moeten dan eerder denken aan een laat restant van de oostelijke gracht van de karolingische burg, dus wat men gewoonlijk beschouwd als de boven loop van de Arne. De naam Arne was na afdamming van deze stroom niet meer zo toepasselijk binnen de stad, een naam doelend op het klooster des te meer. Het klooster van de Minderbroeders bevond zich tegenover de abdij aan de overzijde van de (Korte) Burg, dus binnen de karolingische burg. Dit klooster werd tussen 1234 en 1242 gesticht op grond die vroeger tot de abdij behoorde. Dit laatste blijkt uit het feit dat graaf Willem II in 1242 een stuk grond in het ambacht van Oostkapelle, behorend tot de abdij, vrij van bede verklaart, als vergoeding aan de abdij voor het afstaan van een stuk land aan de Minderbroeders.71 De centrale ligging is tamelijk opvallend. De Minderbroeders waren nl. een bedelorde en deze bouwden hun kloosters bij voorkeur aan de rand van de bestaande stadsbebouwing. We moeten er echter rekening mee houden dat bij vele dergelijke lokatiekeuzes ook de faktor van de toevallige beschikbare ruimte mee gespeeld zal hebben.72 Straatnamen die herinneren aan dit klooster komen tot 1576 niet voor. Pas in 1592 (Kest.) melden de stadsrekeningen een Minderbroeder straat. Kesteloo vermoedt dat dit de huidige Bogardstraat is. Volgens Dommisse kan dit niet, omdat de Bogardstraat al in 1591 zijn naam ontvangen had. Hij situeert de straat ter plaatse waar hij weer een oude waterloop, later riool, meende te kunnen vinden.73 Beide opvattingen zijn niet goed hard te maken, maar die van Kesteloo spreekt me meer aan. Het kwam wel vaker voor dat een straat enige tijd twee namen droeg. Tevens zal het Minderbroedersklooster nog wel in de herinne ring van de Middelburgers aanwezig zijn geweest. De Bogardstraat 201

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1979 | | pagina 267