Turfkaai. In 1559 (BM III 766) wordt bepaald dat turf- en houtschepen
moeten liggen in de nieuwe haven voor de St. Jansstraat. De kade
tussen de St. Jansstraat en de Segeerstraat heet tegenwoordig Turfkaai
en Houtkaai, welke samen dus wel de St. Jansdam zullen hebben
gevormd.
Bovenstaand citaat uit 1570 geeft aan hoeveel geld men moest betalen
aan de sjouwers van turf en hout. Daarin valt op dat vrachten met als
bestemming St. Jansstraat en Segeerstraat niet in de goedkoopste klas
se vallen, terwijl deze straten zich toch het dichtst bevinden bij de
huidige Tuif- en Houtkaai. De reden hiervoor is me niet duidelijk.
De naam St. Jansdam kan ontleend zijn aan het nabij gelegen klooster
van de Heren van St. Jan. Het is evenwel ook mogelijk dat met deze St.
Jan de patroonsheilige van het gilde van de turf- en houtsjouwers
bedoeld wordt. Dit gilde werd in 1570 opgeheven, uit de opheffings
oorkonde komt bovenstaand citaat.
6. NAMEN DUIDEND OP RELIGIEUZE INSTELLINGEN (EXKL. KLOOSTERS)
Aan de noordzijde van de karolingische burg stond van ouds de
Noordmonsterkerk, gewijd aan St. Pieter en in 1834 afgebroken.92 De
straat die begint bij de St. Pieterskerk en eindigt bij de Lange Delft heet
voor een deel Wagenaarstraat, voor een ander deel St. Pieterstraat.
Omdat de Wagenaarstraat tussen de St. Pieterskerk en de St. Pieter
straat in ligt. lijkt het juist te veronderstellen dat de Wagenaarstraat
vroeger ook St. Pieterstraat heette. In 1365/6 (CDN 59) is sprake van de
plaats "doe men die waghenars huurde". In 1474 (OLV Arch. 889)
wordt de "wagemakersstrate" bij de St. Pieterskerk genoemd, in 1554
(OLV Arch. 1479) komen we voor het eerst de benaming "Wagenaer-
straete" tegen.
De juiste lengte van deze straat was kennelijk niet iedereen geheel
duidelijk gezien de precisering die in 1566 werd gegeven: "Waegenaer-
straete, streckende van sinte-Pieterskercke tot de Balanse" (BM 1209).
Ook in 1551 vinden we iets dergelijks, dan wordt nl. gesproken over
huizen en personen in de Lange Noordstraat en "voorts de Noort-
steenput metten Schotschen houck, loopende tot tschuttershoff ende
balanche toe" (BM I 152). Dit is de Wagenaarstraat, al wordt ze niet
met name genoemd.
Haar naam zal deze straat ontlenen aan enige lieden die in de straat
woonden en die het beroep van wagenaar uitoefenden, d.i. een wagen
menner, voerman, koetsier (MNW).
De schrijfwijze van de naam St. Pieterstraat is aan wijzigingen onder
hevig geweest. In 1419 (C.d.W. 82) wordt gesproken van de "sinte
Pieterstraat". Vrijwel dezelfde spelling zien we in 1480 (BM 1 83), 1521
(BM I 100) en 1551 (BM I 152). In 1526 (Kest.) heet ze de "Tsepier-
206