Het "Kerckstraetken" wordt het eerst vermeld in 1551 (BM I 152). Deze straat loopt van de Lange Delft recht op de abdijkerk af (de latere Nieuwe Kerk). In 1649 wordt evenwijdig aan haar een nieuw straatje aangelegd, dat men Nieuwe Kerkstraat noemde. De Kerkstraat bleef nog enige jaren onder die naam voortleven, later- in ieder geval in 1796- noemde men deze Oude Kerkstraat.95 De benaming "oude" en "nieuwe" bij deze straten doelt op hun onderlinge relatieve ouderdom, en heeft dus niets te maken met de Oude en de Nieuwe Kerk (latere benamingen voor resp. de Noord- monsterkerk en de westelijke abdijkerk). Het wijkregister van 1646 noemt vier hofjes in Middelburg waarvan er twee nog in straatnamen voortleven: het Groot Armenhof in de Pen- ninghoek en het St. Antheunishof in het St. Jorisstraatje. Van het Groot Armenhof zegt Unger dat zijn oorsprong misschien gezocht mag wor den in het Heilige Geest-huis, waarvan de stadsrekening van 1490 melding maakt en dat op dezelfde plaats was gevestigd.96 Deze ver onderstelling van Unger vindt steun in de ouderdom en de onverander lijkheid van de straatnaam Penninghoek. De eerste vermelding dateert uit 1359 (C.d.W. 2), daarna wordt de straat nog genoemd in 1403 (Kest.), 1480 (BM 1 83), 1551 (BM I 152) en 1576 (Q). De schrijfwijze is steeds Penninc(k)houck/-hoec. De -k- van "pennink" is later verdwe nen, een verschijnsel waar de taalkundigen nog geen bevredigende verklaring voor hebben kunnen vinden. Het kohier van 1576 vermeldt in deze straat nog al wat huizen die bewoond werden "by schaemele luyden" en die daarom niet de 100e penning op hoefden te brengen. Het woord "penninc" in Penninghoek is de benaming voor een kleine koperen munt met de waarde van 1/16 gedeelte van een stuiver (MNW). De straat zal daarom zo door de bevolking van Middelburg genoemd zijn om op enigszins spottende wijze de koopkracht aan te geven van de "schaemele luyden" die erin woonden. Penning kan ook de benaming zijn voor geld en geldstuk in het alge meen (MNW). Dit blijkt onder meer uit het kohier van de 100e penning uit 1576. Men moest toen 1% van de huurwaarde van het huis betalen, ongeacht of deze waarde in penningen of in andere muntstukken was uitgedrukt. De naam St. Jorisstraat kwam ik tot 1576 niet tegen. In 1646 wordt in het wijkregister het St. Jorishofje genoemd.97 Unger spreekt, zoals we hierboven zagen, van het St. Antheunishofje. In 1900 heet de straat waarin dit hofje staat St. Jorisstraat, tegenwoordig heet ze St. Antheu- nisstraat.98 De naamsverandering van St. Jorisstraat in St. Antheunis- straat werd waarschijnlijk noodzakelijk toen na 1940 bij de Balans een St. Jorisstraat werd aangelegd. 208

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1979 | | pagina 274