Bestudering van kaart 5 zal duidelijk maken dat de veengrens zoals aangegeven op kaart 2 aanpassing behoeft. Op basis van bovenstaande gegevens kan ik geen scherpe grens trekken, maar het lijkt wel zeker dat het oppervlak met zandige ondergrond in de burg groter is dan kaart 2 aangeeft. Daar waarde Ame vroeger gelopen heeft, moet de ondergrond uit zand bestaan."7 Aanhangers van de opvatting dat de Arne via de Nieuw- straat de stad verliet, zullen wijzen op de put in de Belk. De ligging van deze put is immers niet precies bekend, en ze kan dan ook bijvoorbeeld gelokaliseerd worden ter plaatse van de Nieuwstraat. Men kan de put echter ook plaatsen dicht bij de Dam. Daar heeft men met zekerheid twee putten, die duiden op een oude natuurlijke waterloop daar. Als de oude haven gegraven is, dan heeft men dus wel (deels) een oude waterloop gevolgd. De mogelijkheid bestaat echter dat zowel door de oude haven als door de latere Nieuwstraat een water stroomde. Beide watertjes verenigden zich al weer snel, en het gebied dat zij beide omsloten en dat binnen de stad lag, noemde men "de belk" (zie kaart 6). Deze naam moet dan wel vrij oud zijn, zeker ouder dan de eerste vermelding van 1450. De Krommeweele is de naam voor een gedeelte van de straat die eerst in haar geheel vermoedelijk Kosterstraat heette (zie 4). Ze wordt twee maal genoemd: in 1409 (Kest.) als "Krommewael" en in 1551 (BM I 152) als "Crommeweel". De woorden wiel, wael, weel betekenen onder andere: poel, moeras, snel stromend water, gat ontstaan door een dijkbreuk, een enkele maal ook kuil of gat in de weg (MNW). In Zeeland komt de benaming wiel, weel voor een kolk ontstaan door een dijkbreuk vrij algemeen voor. Dat we bij de straat Krommeweele aan zo'n kolk moeten denken, is echter niet waarschijnlijk. Het enige water dat in de buurt stroomt is de stadsgracht. Een dijkbreuk ligt hier niet zo voor de hand. De straat zelf loopt recht, dus het kromme moet op de vorm van het wiel slaan. In het Wb ZD staat dat "wêêle" in de omgeving van Middelburg ook de betekenis heeft van paardewed, koeieput. De straat ligt ter hoogte van een kreekrug, dus de aanwezigheid hier van een drinkplaats is goed mogelijk. De mogelijkheid bestaat ook dat hier vroeger inderdaad een wiel in de betekenis van kolkgat lag, dat in de stadsuitbreiding van vóór 1266 dan binnen de stad kwam te liggen. Ook zonder dijk kan een wiel ontstaan, het is dan alleen langer en ondieper. Het wiel moet dan erg oud zijn, van vóór 1266, en het wordt dan tot 1409 nooit vermeld. De betekenis "drinkplaats" lijkt daarom het meest waarschijnlijk. 214

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1979 | | pagina 280