In 1518 wordt de straat volgens Kesteloo Papegaaistraatje genoemd. De straat kan haar naam ontleend hebben aan een straatbewoner die "paap" was, dus bekleder van een geestelijk ambt.141 De ligging van de straat is echter vrij perifeer, dus "onvoornaam". Tevens ligt ze niet in het "religieuze" gebied, maar tussen twee agrarische markten in. Wel licht meer voor de hand ligt dan ontlening aan de persoonsnaam Pape, die vooral in de 14e eeuw in Zeeland zeer verbreid was.142 Op kaart 3 zijn de markten ingetekend. Alle markten die tot 1576 genoemd worden zijn er op aangegeven. Daarom is de kaart hier en daar anachronistisch. Zo zij bv. de oude en de nieuwe vismarkt er beide op aangegeven. De ligging van de markten overziend, blijkt dat ze zich koncentreren aan de westzijde van de burg en dan vooral bij de Monsterkerken, met name de Westmonster. De produkten die op de markten worden aange boden, komen bijna alle uit de agrarische sektor. Van produkten dui dend op de handelsfunktie van Middelburg (laken, wijn) merken we weinig. 10. SRAATNAMEN DUIDEND OP EEN EKONOMISCHE AKTIVITEIT (MET UITZONDERING VAN DE MARKTEN) Om de haven voor verzanding te behoeden, was het nodig om deze geregeld met water door te spoelen en zo op diepte te houden. De haven van Middelburg stond in open verbinding met de zee en deze zee, veroorzaker van het verzandingsprobleem, zorgde ook voor de moge lijkheid tot oplossing ervan. Bij vloed ving men het opkomende water op in een spuibassin, een "houwer". Bij eb liet men het bassin weer leeg lopen via de haven. Op deze wijze hield men de haven schoon én op diepte. Aan de huidige Spuistraat stond de spui voorde oude haven, op de huidige Stadsschuur die voorde nieuwe haven. In 1548 (BM II 333) wordt gesproken over de nieuwe spui om de nieuwe haven te zuiveren. In 1413-1416 (BM II 431) is sprake van "die spoye up den Dam, die al niewe vermaect was". Van een "Spoyestrate" horen we eerst in 1469 (Kest.), in 1523 (BM III498) bestaat er een "Speustrate", in 1551 (BM I 152) een "Spuystraetken". Verder zijn er nog wat vermeldingen, die in spelling niet wezenlijk verschillen van de hierboven genoemde. Het spuibassin is in het begin van de 14e eeuw gegraven en later enige malen vergroot.143 In 1365 (BM II 189) horen we voor het eerst van "tMoelwater" en van een "watermoele". Het lijkt er dan ook op dat het bassin gegraven werd voor een zgn. getijmolen.144 Deze molen werd aangedreven door het bij eb uit het bassin stromende water. De 222

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1979 | | pagina 288