funktie van spui kwam pas later. In de volksmond heette het Molen water "d'n 'Ouwer' (Wb ZD). In 1576 (Q) worden "Spaenstrate ende speuystraete" in één adem genoemd, in 1480 (BM I 83) en 1521 (BM I 100) zien we de kombinatie "Zeelstraetkijn mit Spayngen". Er zijn aanwijzingen die er op duiden dat het Zeelstraatje de oudere naam voor de Spuistraat is. Gedurende een halve eeuw moeten dan beide namen voor deze straat in gebruik zijn geweest, want in 1469 en 1523 wordt de Spuistraat genoemd, terwijl in 1470 (C.d.W.), 1480 en 1521 het Zeelstraatje genoemd wordt. In 1480 worden de straten opgenoemd die liggen in de wijk tussen de koepoort en de noorddampoort: "beginnende van den houck van Spayngen mit Sinte-Pietersstrate, Ghistrate, 't Zeelstraetkijn mit Spayngen en de noortzyde van den Damme". Gezien deze volgorde van de straten, die in 1521 herhaald wordt, ligt het meest voorde hand dat het Zeelstraatje de latere Spuistraat is. In 1376 (BM II 193) horen we het eerst van het "Zeelstraetkin", er is dan sprake van een "caye, die niewe gemaeckt was" in dit straatje. Dit moet de kade zijn van het spuikanaal dat het Molenwater met de haven verbond. Zeel, seel is het mnl. woord voortouw, een seelmaker is een touwslager (MNW). Het Zeelstraatje zal zijn naam wel ontleend hebben aan de aanwezigheid van een touwslagerij in deze straat. De touwslagerijen lagen vroeger meestal aan de rand van de stad. Echt perifeer ligt het Zeelstraatje echter niet.145 Dit houdt kennelijk in dat het hele stads gebied noordelijk van de haven in het teken stond van de nabijgelegen grote werkverschaffer, de haven. Aan de andere zijde van het spuikanaal ligt de Molstraat. Van deze straatnaam vond ik één vermelding, namelijk in 1557 (Kest.) 'tMol- straetkin". In dat jaar staat op de Dam noordzijde op de hoek van de Molstraat een huis met de naam "de Mol". De straat kan naar dit huis genoemd zijn. Het is ook mogelijk dat de straat haar naam ontleende aan het werktuig genaamd de mol, dat diende om de haven schoon te schuren. In 1535 werd zo'n werktuig in Middelburg gemaakt (Stopp. 1538). Technisch volmaakt was dit eigen maaksel kennelijk niet, want in 1545 stuurde de stad iemand naar Zierikzee om hun mol te lenen. Hetzelfde had men ook al in 1525 gedaan (Kest.).146 Het huis "de Mol" kan zijn naam ontleend hebben aan dit werktuig, of natuurlijk aan het dier dat deze naam draagt. In 1366 (Kest.) wordt het Vollerstraatje genoemd, in 1487 (Kest.) 'tStinckstraetkijn". Aanwijzingen waar de eerste straat heeft gele gen, zijn er niet. Met zo'n geïsoleerde vermelding is vaak ook weinig aan te vangen. De tweede schijnt bij de koepoort gelegen te hebben, zo meldt ons Kesteloo. Misschien moeten we beide zoeken in de straatjes die op de kaart van Van Deventer vanaf de Dam noordzijde noord- 223

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1979 | | pagina 289