huisjes "int Tcaetspel inde Goorstraete" (Kest.). De stad verkoopt in 1639 (Kest.) de erven van de afgebroken kaatsbaan. In 1796 heet de straat "het Kaspel".168 Waarschijnlijk is ook hier weer door de volksetymologie het kaetspel-kaspel tot kerspel geworden. De kaatsbaan bestond immers al sinds 1639 niet meer, dus dat verband wist men kennelijk niet meer te leggen. De overgang kaspel-kerspel wordt aannemelijk als we kaspel op z'n zeeuws uitspreken als kèspel (langgerekte In 1480 (BM I 83) is sprake van de "G(h)eeretot die Cleyncatte toe", in 1551 (BM I 152) van de "Cleene Catte in de Geere" en de "Catte". Het, tot 1576 niet vermelde, straatje Kattegat ontleent wellicht aan deze huizen haar naam. Volckmann geeft aan de "kat"-namen een heel eigen betekenis. Vol gens hem duidt zo'n naam in een stad de plaats aan waar in de middel eeuwen het arsenaal van de stadshrtillerie was gevestigd. Grondbete kenis is de benaming kat voor het middeleeuwse belegeringswerktuig. Later wordt kat tot verzamelbegrip voor alle middeleeuwse stoot-, werp- en slingerwerktuigen (blijden, katapulten, enz.). Kat/catte als benaming voor een dergelijk arsenaal duidt dan oorspron kelijk geen straat aan, maar een gebied. Deze gebieden lagen steeds vlak bij de middeleeuwse omwalling. Onder andere in Amsterdam bevond zich een Catte op een dergelijke plaats. De catte in de Geere in Middelburg ligt ook perifeer. Omstreeks de 15e eeuw verdwijnen deze arsenalen. Het vrijgekomen gebied wordt dan vaak spontaan door het armere gedeelte van de stadsbevolking volgebouwd op een grillige, onsystematische wijze. Een straat in dit gebied wordt dan vaak naar de catte genoemd.169 De vraag is of we in Middelburg met deze betekenis van kat te maken hebben.170 Onderzocht zou moeten worden waar zich in de middel eeuwen het wapenarsenaal bevond. In ieder geval is wel zeker dat in de 16e en 17e eeuw zich veel huizen sierden met de naam Catte, Grote Catte of Kleine Catte. Misschien is daarom de arsenaaltheorie voor Middelburg wat vergezocht. Een huis "De Catte" vinden we voor het eerst in 1391 (OLV Arch. 617). De Spanjaardstraat komt in een groot aantal schrijfwijzen voor. In 1380 (Kest.) "Spaengen", in 1425 (C.d.W. 103) "Spangen", in 1469 (BM I 76) "Spaingen", in 1520(BM III483) "Spaengiënstrae(t)ken, Spengne- straetken", in 1551 (BM I 152) "Spaenstraete". Meertens heeft erop gewezen dat het niet waarschijnlijk is dat de straat haar naam heeft gekregen vanwege de aanwezigheid van (voorname) spaanse kooplui hier, omdat in 1460 (BM 1 76) de publieke vrouwen in deze straat moesten wonen. Meer voor de hand ligt dan dat de straat haar naam 229

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1979 | | pagina 295