tabel 2.1 Leefverwachting bij de geboorte en op vijfjarige leeftijd (e° en e5) voor diverse cohorten. mannen vrouwen cohort geboren e° e5 e° e5 tussen: 1500-1549 35,6 38,6 33,5 36,9 1550-1599 32,7 38,1 29,8 35,5 1600-1649 30,1 40,1 27,4 37,1 1650-1699 24,4 33,4 26,2 36,1 1700-1749 25,4 36,1 28,5 41,1 1750-1799 35,7 46,1 31,8 36,8 Reeds bij de oppervlakkige kennisname vallen in deze tabel een aantal interessante feiten op. 1) Gedurende de zeventiende eeuw is er sprake van een daling in de leefverwachting bij de geboorte, die vooral voor de mannen in het cohort 1650-1699 zeer groot is. Daarentegen is er voor de vrouwen slechts sprake van een geringere daling voor hetzelfde cohort. 2) In de loop van de achttiende eeuw gaat de leefverwachting bij de geboorte beduidend toenemen. Deze tendens is bij de mannen nog sterker dan bij de vrouwen. 3) De leefverwachting voor vrouwen is in het algemeen hoger dan voor de mannen. Het patroon in Zierikzee wijkt hierin niet af van het patroon dat we elders aantreffen. Terwijl de jongens bij de geboorte in de meerderheid zijn (zie tabel 2.2), valt er voor de vrouwen een inhaaleffect te constateren. tabel 2.2 Sexratio bij geboorte Cohort geboren tussen: Aantal jongens op aantal meisjes 1500-1549 0,94 1550-1599 1,02 1600-1649 1,11 1650-1699 1,08 1700-1749 1,03 1750-1799 1,20 4) Opvallend is dat de scherpe daling in de zeventiende eeuw in de leefverwachting bij geboorte, in mindere mate optreedt in de leef verwachting op vijfjarige leeftijd. 25

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1979 | | pagina 39