menlevingen, maar ook in de pre-industriële samenlevingen in West- Europa, moeten we ook voor Zierikzee de kans hierop niet bij voorbaat uitsluiten. Temeer omdat sommige auteurs hebben gesuggereerd dat er een verband zou zijn tussen het protestantisme en anti-conceptionele praktijken. Het katholicisme zou, althans volgens Perrenoud, sexuali- teit slechts getolereerd hebben met het oog op de procreatie, terwijl het calvinisme op grond van de verantwoordelijkheid van de echtgenoten, onderscheid kon maken tussen procreatie en lust.32 "La nouvelle mo rale réformée porte en elle les germes d'une véritable politique d'éco- nomie conjugale. Le protestantisme, par une transformation profonde et complexe des mentalités, a constitué, sans aucun doute, un terrain particulièrement favorable a la diffusion des pratiques malthusien- nes".33 Alvorens we ons echter met de beantwoording van deze vraag bezig zullen houden, moeten we allereerst onze aandacht richten op de omvang van de huwelijksvruchtbaarheid. XII. De huwelijksvruchtbaarheid. Terecht is vaak de huwelijksvruchtbaarheid het kernprobleem van het historisch-demografisch onderzoek genoemd. Geboorte- en sterftecij fers zijn te sterk afhankelijk van de leeftijdopbouw en de samenstelling van een bevolking om werkelijke graadmeters te vormen voor de men selijke voortplanting. De huwelijksvruchtbaarheidcijfers zijn dit wel; zeker indien onderscheid gemaakt wordt naar leeftijdscategorieën en de huwelijksleeftijd van de vrouw. Uiteraard blijft de voortplanting niet altijd beperkt tot het huwelijk, maar voor de door ons onderzochte groep kan de voorechtelijke geboorte buiten beschouwing blijven. Hoewel het in theorie mogelijk is dat illegitieme geboorten niet door De Vos zijn opgenomen, wijst een vrijwel volledig ontbreken van interval len van minder dan zeven maanden tussen de datum van de huwelijks sluiting en de geboorte van een eerste kind op een strenge "huwelijks moraal". Voor de berekening van de huwelijksvruchtbaarheid hebben we gebruik gemaakt van de algemeen geaccepteerde methode om de gehuwde vrouwen in de leeftijd van 15 tot en met 49 jaar te verdelen in vijfjaarlijkse leeftijdsgroepen. Voor elk van deze vijfjarige leeftijds groepen werd vervolgens het totaal aantal jaren dat vrouwen in gehuw de staat waren, berekend. Tenslotte stelden we vast hoeveel kinderen ter wereld werden gebracht gedurende deze huwelijksjaren. Deze cij fers werden omgezet in promillages. Uiteraard werd dit niet alleen gedaan voor alle gehuwde vrouwen tesamen, maar ook maakten we dezelfde berekeningen met een onderscheid op grond van de huwelijks leeftijd (respectievelijk: jonger dan 20 jaar; tussen 20 en 30 jaar en 30 jaar en ouder). De leeftijd waarop men in het huwelijk trad, speelde immers een rol bij de realisatie van de vruchtbaarheid. Niet alleen is het 44

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1979 | | pagina 58