allerlei gradaties een concave vorm, terwijl in het eerste geval het beeld geheel convex is. De belangrijkste statistische maatstaf in het model van Coale en Trussed om te bepalen of er al dan niet sprake is van geboortebeperking, is de waarde van m. De waarde kan berekend worden voor elke vijfjaarlijkse leeftijdsgroep tussen 25-29 jaar en 45-49 jaar. Het gemiddelde van deze waarden (m) wordt wel de controle index genoemd.38 De formule voor het berekenen van m is zodanig geconstrueerd dat indien m oer geen gezinsbeperking plaatsvindt en indien m 1 controle door vrijwel de gehele bevolking op grote schaal wordt toegepast. Voor ons Zierikzeese materiaal kunnen we de volgen de waarden berekenen (tabel 2.17). tabel 2.i7 Waarden van Mm en m Cohort geboren tussen M (vrucht baarheids index) m (controle index) m voor afzonderlijke leeftijdsgroepen 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 1500-1549 0,74 0,23 0,01 0,01 0,02 0,02 1,0 1550-1599 0,72 0,01 0,02 0,00 0,02 0,1 0,05 1600-1649 0,80 0,01 0,01 0,02 0,02 0,17 0,13 1650-1699 0,87 0,13 0,00 0,03 0,08 0,27 0,24 1700-1749 0,65 0,17 0,01 0,04 0,18 0,47 - 1750-1799 0,70 0,10 0,00 0,03 0,19 0,26 0,03 Inderdaad is er statistisch vanaf het einde van de zeventiende eeuw (cohort 1650-1699) sprake van een bescheiden mate van gezinsbeper king. De waarden van m zijn niet hoog, maar toch nog hoger dan de waarden die Knodel berekend heeft voor een groot aantal zeventiende en achttiende-eeuwse populaties.39 Het meest opvallend in boven staande tabel zijn echter de leeftijdspecifieke waarden van m. Daaruit blijkt, dat in de loop van de achttiende eeuw geboortebeperking door oudere leeftijdsgroepen redelijk effectief werd toegepast. Dit patroon, dat in dezelfde periode onder andere ook zichtbaar is in de huwelijks vruchtbaarheidscijfers van de bourgeoisie van Genève, is typerend voor de algemene ontwikkeling van de Europese vruchtbaarheid.40 Ook het patriciaat van Zierikzee trachtte zijn kindertal enigszins be perkt te houden. 50

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1979 | | pagina 64