landbouw beleefde nu goede jaren. En Zierikzeese regenten waren niet alleen de personen die door het uitoefenen van hun publieke functies de rechten van de stad op het platteland handhaafden. Zij waren ook grondbezitters met heerlijke rechten, mensen die meer en meer tijd op hun hofsteden en buitenplaatsen waren gaan doorbrengen en die allerlei inkomsten van het land trokken, uit pachten en voormalige kerkelijke rechten, visserij- en jachtrechten, enzovoort. Welk een omvang die zomervlucht naar het land tenslotte had mag blijken uit de volgende cijfers voor de vroedschappen: vóór 1618 1618- 1650 1650- 1672 1672- 1702 1702- 1747 1747- 1795 totaal aantal vroedschappen 88 aantal vroed- 3 schappen van wie De Vos vermeldt dat 60 3 ze een ho 70 6 fstede ol 64 6 'buitenp 81 12 aats bezc 86 23 iten. De toeneming gedurende het laatste tijdvak is des te opmerkelijker wanneer wij haar plaatsen naast soortgelijke gegevens voor de Amster damse vroedschappen. Daar vond men na 1747 minder van dit soort "hereboeren" dan in de periode van 1702 tot 1747.19 Hoe stevig de machtspositie van het Zierikzeese patriciaat ten opzichte van het platteland intussen ook zijn mocht, de geprivilegieerdheid van de leeglopende stad wekte bij het welvarend platteland steeds meer ergernis. De spanning tussen stad en land, waarvan sinds de tweede helft van de zeventiende eeuw telkens weer iets voelbaar werd als zich politieke oplopen en rellen voordeden, werd in de tweede helft van de achttiende eeuw uitgesproken heftig. De ergerlijke plundering waarvan het patriotse deel van het Zierikzees patriciaat in 1787 de dupe werd spreekt voor zich zelf. Maar als wij dat platteland in onze beschouwingen betrekken moet ook de vraag nog aan de orde worden gesteld of de arme bevolking van de stad daar wellicht een heenkomen heeft gezocht. Of zijn, terwijl ande ren wegtrokken, de allerarmsten vergeefs in Zierikzee blijven wachten op betere tijden? Bovendien, was er misschien in de stad een toene mend contrast tussen de enkelen die in het derde kwart van de eeuw nog rijker werden en de zeer velen die steeds armer werden in dezelfde tijd? 68

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1979 | | pagina 82