plaats. De stad verdiende in economisch opzicht nog haar plaats binnen
het staatsbestel van de Republiek. Naarmate vooral in de achttiende
eeuw economische stagnatie en zelfs achteruitgang haar intrede deed,
werd die positie steeds meer een anomalie. Veel functies werden toen
als gevolg van dit proces langzaam maar zeker uitgehold. Toen zee
vaart en visserij geen betekenis meer hadden, werden ook de ambten
die op deze activiteiten betrekking hadden, onbeduidende erefuncties.
Het lijkt er zelfs op dat het lidmaatschap van de magistraat in de loop
van de achttiende eeuw veel van zijn glans verloor. Dit verschijnsel
verklaart in ieder geval ten dele het feit dat er in de loop van de
achttiende eeuw zoveel ongehuwde leden van de vroedschappen wa
ren, mensen die het lidmaatschap van raad of schepenbank combineer
den met een groot aantal kleinere ambten. Het heeft er daarentegen alle
schijn van dat leden van het patriciaat zich toen zoveel mogelijk be
perkten tot de werkelijk lucratieve ambten, die wel macht en invloed
verschaften.10
11. De economische dimensie van het sociale onderscheid.
Hoewel macht van grote betekenis voor het sociale onderscheid in een
gemeenschap is, moeten we wel bedenken, dat dat onderscheid meer
dimensies heeft. De tijdgenoot rangschikte zijn medemensen niet alleen
op grond van verschillen in macht. Ook de economische positie, het
prestige, de afkomst of de leefwijze konden een rol spelen. De onder
zoeker die zich ten doel stelt een sociale stratificatie - een rangschik
king van mensen in hiërarchisch gestructureerde lagen - te reconstrue
ren, moet met deze dimensies rekening houden. In de praktijk zal
trouwens de tijdgenoot, als hij anderen maatschappelijk beoordeelde,
nooit één criterium gebruikt hebben, doch eerder een mengsel van
aspecten. Zoals macht en invloed in elkaar konden overgaan, zo liepen
ook prestige, economische positie en machtspositie door elkaar. In de
Republiek berustte de maatschappelijke positie van een individu niet in
even sterke mate als in onze samenleving op persoonlijke individuele
kwaliteiten, maar meer op afgeleide kwaliteiten (zoals geboorte en
levensstijl). Daardoor had de economische positie een wat geringere
betekenis. Een dergelijke statuspositie, waarbij persoonlijke kwalitei
ten minder tellen, noemt men in de sociale wetenschappen wel 'toege
kende' ascribed statusin tegenstelling tot de 'verkregen' status
achieved status) in de hedendaagse samenleving. Daardoor slaagde er
ook slechts zelden iemand in, door te dringen in het patriciaat met steun
van zijn economische positie alléén. Bij een van de weinige gevallen
waarin dat wel gebeurde, was er sprake van een politieke crisissituatie.
Als echter de rijke koopman Tonis van der Os, om wie het in dit geval
ging, er niet in geslaagd zou zijn zijn enige dochter binnen het patriciaat
76