huwelijk zeer snel secretaris van de stad Goes en vervolgens raad en burgemeester aldaar werd.20 Zoiets was binnen het kader van de Zeeuwse verhoudingen - en waarschijnlijk mogen we zelfs zeggen de verhoudingen binnen de gehele Republiek-geen uitzondering. Het feit dat er vrijwel letterlijk sprake was van een 'familie-regering' behoefde echter niet te betekenen dat het altijd pais en vree was tussen de heren. Integendeel. De Vos vermeldt zeer krasse staaltjes van ruzie tussen de leden van de vroedschap. Af en toe zag men er beslist geen been in om elkaar in het openbaar flink te beledigen en hoewel sommige facties één grote familiekluwen vormden, weerhield dat individuele leden er toch niet van om soms van factie te verwisselen. Een interes sant voorbeeld hiervan leverde Job de Jonge (1594-1673).21 Reeds in 1618 in de raad gekozen was hij er vervolgens gedurende zijn lange lidmaatschap in geslaagd een behoorlijk aantal verwanten in de raad te krijgen. Hij behoorde dan ook tot de eerste ondertekenaars van het oudste contract van correspondentie, en wel namens die factie die vrijwel alleen uit familieleden bestond. Job de Jonge was namelijk hetzij in mannelijke hetzij in vrouwelijke lijn de oom van Mr. Rochus Mogge, Herman de Keijser, Mr. Adriaan de Huybert, Samuel Bolle, Mr. Marinus Stavenisse, Mr. Hubrecht van Stoutenburg, Mr. Willem Pous en Johan Pous; verder oudoom van Daniel Stoutenburg, vader van Mr. Johan de Jonge (thesaurier sinds 1652) en neef van Gijsbrecht Ockers. De laatstgenoemde was tevens de laatste die in 1652 namens deze factie het toen gloednieuwe contract ondertekende.22 Nog duide lijker wordt het begrip 'familieverwevenheid' geïllustreerd als we be denken dat deze dertien personen niet alleen via Job de Jonge met elkaar verwant waren, maar dat er tussen hen ook onderlinge familie betrekkingen bestonden. Deze kleine groep van dertien personen was zelfs op 118 verschillende manieren direct aan elkaar verwant. Er bestonden tussen hen namelijk om nauwkeurig te zijn (zowel langs de mannelijke als de vrouwelijke lijn) 1 le graads verwantschap(pen) 9 2e 14 3e 35 4e 28 5e 31 6e Ondanks deze hoge intensiteit van verwantschappen, of misschien juist wel dankzij, vonden de 'pater familias' Job de Jonge en zijn achterneef Stoutenburg het blijkbaar niet bezwaarlijk om in 1667 deze factie in te wisselen voor die van de tegenstanders. De familiebetrekkingen ston den blijkbaar een andere politieke opstelling niet in de weg. De over gang van de beide heren werd het sein voor een algemeen spel van 84

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1979 | | pagina 98