Zover we konden nagaan, zwegen de meeste hooggeleerden onder de Nederlandse hervormde kerkhistorici over Janssen's onthullend ver haal. Dr. J. van Vloten, van gelovig theoloog atheïst geworden, prees het in De Tijdspiegel van 185 985 en dr. J.J. van Oosterzee, hoogleraar te Utrecht, ging in De Navorscher van 1864 pal achter Janssen's visie over Broer Comelis staan86. Dr. A. van Groningen, historiograaf van de Watergeuzen, deed in de Nieuwe Recensent van 1858 hetzelfde87. Hij had evenwel gewenst dat Janssen zich plastischer had uitgedrukt over de schunnigheden van de "frère Sans-Gêne". "En waarom niet altijd de eigen woorden van dien dollen monnik aangehaald? De waarheid der geschiedenis ga boven alles. Het moet toch nu en dan geschieden"88. De gezaghebbende veelschrijver dr. G.D.J. Schotel, onder meer predi kant te Tilburg89, noemde Broer Comelis in de Vaderlandsche Volks boeken een "schobbejak, alleronbeschoftsten, plompen schurk, aller- beruchtsten kerkbabbelaar"90. Van Vloten publiceer in Vaderlandsche Geschiedzangen (1872) enige liedjes, die op kermissen, bruiloften en partijen tot het vaste repertoire behoorden en waarin ook Broer Come lis op een onbepaalde wijs werd bezongen. Een ervan heette "Kloos terleven" en bevat de volgende passage: "Ben ic maegt, pater? bonespayes, ghy liegt. Ik ben dien al quyte, maer met geen jong geselle. Ick was van Broer Comelis, ons kapellaen gebiecht, 'Avonts als donker was, in ons kapelle; Dan heeft hy my dicmael gebiecht in mijn celle, Die lieffelijc gestroyt was met kruidekens en ges, Hij geloofde my trouwe, en swoer als de snelle, Dat Christus ter bruyloft was en nooyt in gheen profes"91. Het gelukkigst zou Janssen geweest zijn met de lofspraak van de geleerde en beminnelijke doopsgezinde historicus Sepp. Deze noemde in 1886 De Kerkhervorming te Brugge "een groot geschenk voor de geleerde wereld" en "eene studie, die haar aanspraak op den lof van degelijkheid nooit verliezen zal"92. Aan gene zijde van onze landsgrenzen ziedde de redactie van het gezaghebbende, door kanunnik C. Carton93 beheerste, tijdschrift An- nales de la Société d'Emulation de Bruges van woede. In de volgende aflevering ging Carton min of meer onbekookt te keer tegen protestan ten in het algemeen, van wier levensovertuiging hij vrijwel niets bleek te begrijpen, en tegen Janssen in het bijzonder. Hij vond hem meer geestelijk doodarm en van kindsbeen af misleid dan slecht, een man 'dont Fame a été impregnée d'affreux préjugés contre la religion catho- lique dès sa tendre enfanceComme tous ses concitoyensMJanssen a rencontré les accusations les plus détestables contre les catholiques dans les livres élémentaires de son éducation première, il les a retrou- vées dans les livres classiques, et il les a entendu retentir dans le temple 39

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1980 | | pagina 105