hervormden te Brugge in 1578 al een kerkeraad bezaten, wiens leden verre reizen maakten om predikanten te werven voor de arme gemeen te155. De Lierse advocaat Anton Bergmann, onder meer auteur van de geschiedenis van zijn geboorteplaats Lier, stuurde hem belangrijke gegevens156. In 1878 gaf Janssen tezamen met J.J. van Toorenenbergen een deel uit in de derde serie, Brieven uit onderscheidene Kerkelijke Archieven. In het voorbericht deelden ze mee aan een novum te beginnen: brief wisseling tussen particuliere personen. Deze was een belangrijke bron voor de kennis van dit tijdvak, waarin veel protestantse zaken in het geheim moesten afgehandeld worden vanwege vervolging door de in quisitie. Een deel van de brieven stamt uit het archief van Emden en was voor Janssen, die niet ter plaatse een onderzoek kon gaan instellen, moeilijk te selecteren. Het grootste gedeelte van het materiaal was met vriende lijke hulp van ds. G. Molenkamp geput uit het archief van de Delftse Nederlandse hervormde gemeente. Het pièce de résistance vormt een aanzienlijk aantal brieven van Hendrik van den Corput, die van 1578 tot 1601 predikant was geweest te Dordrecht157, aan Arend Comelisz. voornoemd, predikant te Delft van 1573 tot 1605. Beide bekwame heren waren zeer gezien in hun gemeenten. Ze genoten gezag onder de ambtsbroeders, die aan hen - Arend als praeses en Hendrik als tweede scriba - de leiding van de Middelburgse synode toevertrouwden. Ten behoeve van de gebruikers van de bronnenuitgave lieten de samen stellers aan iedere brief een korte inhoudsopgave voorafgaan. Omdat Janssen in 1878 overstelpt was met werk, verzorgde A. van Toorenen bergen, broer van J.J. en predikant te Groningen, het register. Toen de Mamix-Vereeniging in 1880 voor de derde keer een beroep deed op Janssen, had deze wegens zijn benoeming tot districtsschool opziener te Goes liever willen weigeren. Om zijn vroegere medewerker niet teleur te stellen gaf hij toe, copieerde eigenhandig de tekst, en corrigeerde met zijn bekende zorgvuldigheid de drukproeven, van Handelingen van den kerkeraad der geheime Nederlandsche Hervorm de gemeente te Keulen, 1571-1591. Inmiddels echter betrok Janssen de eeuwige woontenten. Janssens enige zoon, geneesheer te Domburg, maakte het boek van zijn overleden vader persklaar. Deze was al begonnen aan een volgend deel: Act en van classicale en synodale vergaderingen der verstrooide gemeenten in het land van Cleef, Sticht van Keulen en Aken, 1571- 1589. Hieraan zou Ter Haar medewerken, maar ook hij bereikte the happy shore, zodat Van Toorenenbergen de volle laag van arbeid te verwerken kreeg. W.G. Brill, die in diezelfde tijd met emeritaat ging, sprong hem bij, en Janssens zoon zorgde er wederom voor dat de uitgave technisch persklaar werd gemaakt en a terme kon verschij nen158. 52

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1980 | | pagina 118