1857. Nalezingen aangaande St. Anna ter Muiden (Cadsandria).
De stichting ener vicarie op S. Cornelis altaar van de Westmon-
sterkerk te Middelburg in 1496 (Nieuw Archief voor Kerkelijke
Geschiedenis).
idem. Knokke (Bijdragen).
Dit bevat onder andere naamlijsten van de pastoors, gegevens omtrent
de aanvang van de hervorming ter plaatse en de verwarde toestand na
de komst van Parma in 1583.
idem. Eene bede aan de Nederlandsche hervormde gemeente te Thet-
ford in Engeland tot ondersteuning van Prins Willem I in 1573
(Bijdragen).
Uit het stukje blijkt dat veel vluchtelingen uit Vlaanderen in Engeland
tot grote welstand waren geraakt, maar niet bereid waren om met
aanzienlijke sommen Willem van Oranje bij te staan in zijn strijd tegen
Alva.
1858. Een krankbezoek bij de vrouwe van Dentergem (Cadsandria).
Dentergem ligt aan de Leie, op de plaats waar West- en Oost-Vlaande
ren scheiden. De predikant Christoffel Grenier, die toen te Gent was
aangesteld, maar ook in Sluis leraarde, heeft een verslag gemaakt van
zijn bezoek aan de stervende vrouwe van Dentergem, die protestants
was. Hij vroeg haar om een beschikking te maken, waarin ze de vele
armen tijdens de pestepidemie van 1584 bedacht. Dit deed zij tot
ontsteltenis van haar erfgenamen, die moeilijkheden maakten met Gre
nier, omdat over de schenking niets vermeld was in het testament,
idem. De beide alba van Johannes Jacobus Callenfels, stamvader van
die familie in Nederland (Bijdragen).
idem. Groede (Bijdragen).
Volgens Janssen was deze plaats ontstaan in de twaalfde eeuw en
ontleende zij haar naam aan een afgeleide vorm van een werkwoord,
dat aangroeien betekent. Hij kreeg in deze oppositie van zijn oom dr.
H.A. Callenfels en van mr. J. Egberts Risseeuw, die de naam Groede in
verband bracht met een oude stam, de Grudiërs. Hij baseerde zijn
mening op de zogenaamde "kaart van Vredius" uit diens "Seghelen
der Graven van Vlaanderen"'88.
1859. Pausin Johanna (Kerkhistorisch Archief).
In 1861 schreef Potgieter over het wetenschappelijk werk van domi
nees: "De studie van hunnen stand is nooit belangrijker geweest dan in
onze dagen, de krenkingen nooit talrijker op de teederste plekken"189.
Het is niet onmogelijk dat Potgieter onder meer doelde op de penne-
oorlog van Kist en Janssen als diens vrijwillige adjudant tegen J.H.
Wensing, professor aan het groot-seminarie te Warmond. De strijd
betrof de al of niet realis existentia van pausin Johanna. Volgens de
aanhangers van het geloof in deze wulpse Steenrots, was zij in de
negende eeuw in mannekleren uit een Duits of Iers klooster gevlucht
62