dood in 1191. Ook in deze periode kan het gebeurd zijn.
idem. Naamsafleiding van Westkapelle (Bijdragen).
Het betreft wederom het Westvlaamse plaatsje. Janssen zag Westka
pelle als een verbastering van Waest- of Waelscapelle, dat etymolo
gisch samenhangt met wase of waes, dat slijk betekent. Zover wij
weten, is deze interpretatie niet door een betere vervangen.
1860. De abt van St. Quintin in Vermandois, patroon der kerken in
Oostkerker ambacht (Bijdragen).
Janssen meende de oplossing gevonden te hebben, nadat hij een vierde
lig werk over de geschiedenis van Vermandois had ontdekt, dat dateer
de van 1771. Dit behelsde dat St. Quintin, het oude Augusta Viroman-
duorum, twee kerken bezat, die beide toegewijd waren aan St. Quinti-
nus. Niet de hoofdkerk, maar de kloosterkerk aan de Somme bezat
rechten op Oostkerke. De heilige was er volgens een legende door een
Romeins veldheer in het water gegooid. Ter plaatse was een kapel
gesticht, die uitgroeide tot centrum van een groot bedevaartsoord. Bij
het beleg van de stad in 1557 was de abdij totaal verwoest. Egberts
Risseeuw was niet overtuigd door het bewijsmateriaal van Janssen,
maar wegens opheffing van de Bijdragen werd de polemiek gestaakt.
Bewijzen dat het Oostkerker ambacht de naam "Het land van Verman
dois" gedragen had, leverde ook Janssen niet. Na hem hebben vele
onderzoekers zich over het probleem gebogen, onder wie de bekende
toponymist K. de Flou196 en de Leidse hoogleraar J.W. Muller197.
Tegenwoordig is men het er over eens, dat de Reinaert in Oost-Vlaan-
deren gesitueerd moet worden, maar J.F. Willems198, Risseeuw, Jans
sen, De Flou en vele anderen plaatsen het dierenepos in de buurt van
Damme. Muller is tot de conclusie gekomen, dat de benaming "Fand
van Vermandois" voor het Oostkerker ambacht in volkse taal wel
mogelijk was199.
1860. Domburg in het begin der zeventiende eeuw (Bijdragen).
Tijdens zijn predikantschap te Vrouwepolder had Janssen gedurende
een wandeling naar Domburg het gemeentehuis aldaar aangedaan. Hij
snuffelde in oude rekeningen en schreef met behulp van sprokkelingen
een oninteressant artikel.
1862. Jacobus Praepositus (Kerkhistorisch Archief).
Het bevat enige detail-opmerkingen als nalezing bij zijn juist versche
nen monografie over Praepositus.
1868. De hervormde gemeente te Woerden aan het einde der zestiende
eeuw (Godgeleerde bijdragen).
Aangezien het Kerkhistorisch Archief bij gebrek aan levenskracht in
1866 was geliquideerd, verscheen dit artikel in een tijdschrift waarin
Janssen overigens niet publiceerde. Zijn stof had hij wederom gehaald
uit het Brusselde handschrift-Cupus. Ditmaal betrof het een rapport
van de Zuidhollandse synode over de godsdiensttwisten te Woerden
66