geene andere bekleedde". Eerlijkheidshalve moest het Janssen uit de pen, dat de geleerde Dresselhuis bij het beoefenen van de wetenschap der geschiedenis zich beroemde op een zekere "Kombinationsgabe", maar dat hij daarmee meer dan eens de plank missloeg. 1869. Volksbijgeloof (De oude tijd. Geschiedenis-maatschappelijk en huiselijk leven - monumenten - volkseigenaardigheden - overle veringen - kunst - nijverheid - gebruiken - kleeding - volksverha len - spreekwoorden - liedjes uit Noord- en Zuid Nederland; onder leiding van David van der Keilen jr., Haarlem). Aan dit blad, een lichtverteerbare hors d'oeuvre, werkten onder meer mee Piccardt, de bekende Brabantse geleerde en schoolopziener dr. C.R. Hermans205 en zelfs de hooggeleerde Moll, wiens bijdrage uit 1869 "Jezus in het kinderbad" heet. Wat Janssen leverde was een babbeltje over volksbijgeloof op Walcheren in de tijd, die hij had doorgebracht te Vrouwepolder. Het betreft heksenringen in de wei, een vrouw die als een toverkol geschuwd en vernederd werd, en een dienstmeisje dat van de galant van haar zuster "poudre de sympathie", verbasterd tot "sintepatie", had gekregen, waarmee zij haar ouderlijk huis in op spraak had gebracht. 1873. Levensberigt van Johan Hendrik van Dale Levensberichten der afgestorvene medeleden van de Maatschappij der Nederland- sche letterkunde, Leiden Wie de moeite neemt om een aantal van deze necrologieën door te worstelen, leest tussen de regels door, hoe menig schrijver zich in bochten moest wringen om een gaaf beeld van een min of meer gedefor meerde persoonlijkheid te schetsen. Dat van Janssen over Van Dale is een sympathiek en eerlijk stuk; de schrijver behoefde geen enkele doorhaling te maken in het lijnrechte leven van de overledene, die hij zijn boezemvriend noemde en over wie hij schreef: "...ik heb onbe schrijfelijk veel aan hem verloren, ...want ik heb veel van hem ge leerd". Tezamen redigeerden zij de Bijdragen, tezamen trokken zij naar congressen. Zij waren ongeveer tegelijkertijd lid geworden van de volgende geleerde genootschappen: Historisch Genootschap te Utrecht, Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Friesch Genootschap van geschied-, oudheid- en taalkunde, Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde, Société royale des beaux-arts et de littérature de Gand, Société historique, archéologique et littéraire de la ville d'Ypres et de l'ancienne West-Flandre, Genootschap "De Ware Van Duyse's vrienden" te Dixmuide, Maatschappij van Nederlandsche Letterkunde "De taal is gan(t)sch het volk" te Gent206. De min of meer hoge onderscheidingen kwamen Van Dale zeker toe als 70

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1980 | | pagina 140