een brandhaard te blussen; er ontstond grote waterschade, banden en portefeuilles vielen uiteen etc. Het Genootschap heeft herhaalde malen aangedrongen op een goede inventarisatie ter vervanging van een ge brekkige index op fiches. Deze inventarisatie is thans ter hand genomen en zal hopelijk binnenkort gereed zijn. Hierbij kunnen twee aspecten worden onderscheiden: de registratie als bezit van het Genootschap met het oog op verzekering e.d.; voorts het toegankelijk maken van deze voor de geschiedschrijving belangrijke bronnen. Ten behoeve van de eigen registratie kan het Genootschap middels de Werkgroep belangrijk werk verrichten door in het oud-archief en de jaarverslagen gegevens over de verworven handschriften te verzame len. Het Genootschap dient te zijner tijd een catalogus van de hand schriftenverzameling uit te geven, met daarbij aantekening van de handschriften die ingevolge het herkomstbeginsel in archieven zijn ingevoegd. De handschriften die organisch bij het oud-archief van het Genootschap horen, dienen daarmee te worden verenigd. Dit geldt eveneens voor handschriften die ten onrechte van de Zelandia Illustra- ta zijn gescheiden. Ook moet registratie en inventarisatie plaats hebben van handschriften in het Zeeuws Museum, bv. de handschriften in het legaat Hubrechtse, en andere papieren met betrekking tot de verzame lingen. Aangezien ook het oud-archief veel materiaal van deze aard bevat zouden deze papieren het best op hun plaats zijn als aanhangsel op het oud-archief van het Genootschap. Voor acquisitie geldt het zelfde als opgemerkt met betrekking tot archi valia. Wanneer de in aanmerking komende instellingen niet bij machte zijn handschriften voor Zeeland van belang aan te kopen zou het Genootschap daarin zo mogelijk moeten voorzien. Het Genootschap kan door zijn goodwill ook schenkingen bevorderen. 1.1.3. GEDRUKTE WERKEN. Uiteraard zijn deze voor het historisch onderzoek evenzeer van belang als de archieven. Gemakshalve worden in deze paragraaf de primaire en secundaire bronnen bijeengenomen; er treedt immers steeds een verschuiving op: wat eerst literatuur is wordt naderhand meer als bron beschouwd. Voor het Genootschap neemt het eigen boekenbezit een bijzondere plaats in. Dit dateert voor het grootste deel uit de 19e eeuw, toen nog weinig openbare bibliotheken bestonden. Aan het einde van de vorige eeuw is het uit oogpunt van algemeen belang aan de Provin ciale Bibliotheek in bruikleen gegeven. Ook daarna is het uitgebreid, met name met werken door ruilverkeer verkregen. In de laatste wereld oorlog is de boekenverzameling gedecimeerd: alleen de kostbare wer ken en de zelandica waren veiliggesteld; het overige is verbrand. Na de oorlog onderging het boekenbezit nog enige belangrijke uitbreidingen door schenking, o.m. de bibliotheek van mr. Th.G. van Eek (ca 6000 XIX

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1980 | | pagina 17