15. Fortgens, "De Latijnse School te Vlissingen", 58.
16. Zie noot 9. Meer bijzonderheden over Van Royen in JVw. Ned. Biogr. Woordenboek
111(1914), 1102, 1103.
17. Een opgave van de landdrost in 1809 (zie noot 7) vermeldt de vermindering van de
Middelburgse bevolking exact. In 1795 20.000 zielen, in 1809 12.976 zielen.
18. A.R.A., Staatssecretarie onder Lodewijk Napoleon 1806-1810, No. 281, Utrecht
augustus 1808 (R. Voute en J. van den Houte aan de 2de sectie uit den Staatsraad).
19. A.R.A., Staatssecretarie onder Lodewijk Napoleon, No. 281, Exh. 25 november
1808.
20. "When these institutions were created (concerning the state of the poor) the nation
was increasing in grandeur, work was easy to find and the number of persons who
could dispense charity much greater than it is to-day". Schama, Patriots and Libera
tors, 44, 588.
21. Nog een bijzonderheid uit het rapport: De hoge herstelkosten van het opknappen van
de borstweringen en de reparatie van de sluizen waren door de stad niet meer op te
brengen. "Het dok zelve is compleet vervuld door zand en slik, zodanig dat er een
giergetijde [springtij] vereist werd, om dezelve van water te ververschen, waaruit
dagelijks over die uitgestrektheid eene onaangename en schadelijke uitwaseminge
voorkomt", passage uit het Journaal van de Familie Brouwer, fragment 1807 sep
tember 1, Sijnke, "Hendrik Brouwer", 181.
22. Harpuis is een gekookt mengsel van lijnolie, hars en gele was, gebruikt om de naden
van een schip dicht te stoppen.
23. Verkoop in 1814 van acht kapitale zaagmolens: Polderdijk, "De houtzaagmolens bij
Nieuwland", 73.
24. Aan de stad Amsterdam legateerde Lodewijk Napoleon al zijn Hollandse bezittingen
teneinde hulp te verschaffen aan de slachtoffers van overstromingen. Spaans-van der
Bijl, Lodewijk Napoleon, 265.
25. A.R.A., Ministerie van Financiën 1795-1813, No. 855, 14 december 1808.
26. A.R.A., Ministerie van Financiën 1798-1813, No. 1162, Zeeland, 29 augustus 1808.
Andere rijkseigendommen als wachthuizen, kampen e.d. behoorden tot de ministe
ries van Oorlog en Marine.
27. Rond het Abdijplein waren toen vijfhuizen verhuurd aan hooggeplaatste functiona
rissen. In de tijd van de Republiek woonden hier de afgevaardigden van de stemheb
bende steden (Middelburg, dat in 1760 zijn gebouw afstond ten behoeve van de
werkruimten van de Staten van Zeeland, Zierikzee, Goes, Tholen, Vlissingen en
Veere). De eenheidsstaat van de Bataafse Republiek had o.m. tot gevolg dat de
huizen van deze afgevaardigden ontruimd moesten worden. Het Departementaal
Bestuur van Zeeland nam in 1802 het besluit deze gebouwen te verhuren, bij voor
keur aan leden en "minister" van het Departementaal Bestuur, die niet in het bezit
waren van een eigen huis.
28. Over de huizen rondom de Abdij (bedoeld wordt het Abdijcomplex) merkt de
landdrost op dat deze "zodanig met den anderen geconnecteerd en zoo weinig voor
eene schifting van eigendom vatbaar zijn, dat ik het onraadzaam oordeel van dezelve
of een gedeelte van dien een verkoop te tenteeren" en voorts "zijn het geen gebou
wen die bij de tegenswoordige overvloed van ledigstaande huizen voor iemand
kunnen worden verlangddan voor de zodanige die hunne kostwinning in het sloopen
van derzelven zouden willen zoeken dan dit zoude juist dat geene zijn hetwelk bij
de koopconditiën zoude behoren te worden belet daar het eene gebouw niet wel dan
tot groote schade van het andere zoude kunnen worden afgebroken".
A.R.A., Ministerie van Financiën 1798-1813, No. 1162, Zeeland, 31 januari 1809.
130