gesticht behoort ook de Kleene Kerk, insgelijks een ruim gebouw, eigenlijk het koor der Groote waar van haar eene ruime en met eere- boogen prachtig gecierde wandelkerk afscheid; deeze eereboogen en andere konstschilderijen zijn ter eere van Neerlands doorlugtigen Erf stadhouder, den marquis van Veere, wanneer de stad met een bezoek zijner Hoogheid vereert werdt, opgericht en met poëzij rijkelijk be giftigd17. Naa dus de kerkgebouwen bezigtigd te hebben wandelden wij naar het stadhuis, welk gebouw van witten arduinsteen opgehaalt pronkt met verscheiden beelden van voorgaande heeren en vrouwen van Veere. Wij begaven ons vervolgens na binnen en de heer secretaris Ermerins had de vriendelijkheid ons de voornaamste vertrekken van dat gebouw te vertoonen18. Wij kwamen eerst in de vierschaar, een zeer deftig en aanzienlijk vertrek waarin alle andere en de doodvonnissen in een annex vertrekje werden uitgesproken. Voorts gingen wij naar de vroed schapskamer, een zeer deftig vertrek welks schoorsteen pronkt met de afbeeldinge van prins Willem den Derden koning van Engeland in zijn koninglijk plechtgewaad. Verder bezigtigden wij de kamers der andere Edelagtbare Collegien, beneffens de Krijgsraad-Kamer en naa alles naauwkeurig bezigtigt te hebben, begaven we ons van het stadhuis door de voornaamste straaten en langs de Haven naa den Zeedijk, daar men den Tooren ziet, en op welken een verrukkend gezigt is over het wijde water. In 't algemeen vonden wij Ter Veere veel aangenaamer en fraaier dan ons de edele naijver der Goeschenaren hetzelve geteekent hadde; echter koozen we hare somberheid niet booven de lugtigheid van Goes, waar van nog zo veel meer tot roem gezegt kon worden. Ten elf uuren aan 's heeren Schoezetters huis geretourneerd, reeden we dankbaar over Breedamme langs eenen aangenaamen steenweg naar Walcherens Hoofdstad Middelburg19. Ten één uure kwamen we aan het huis van de weleerwaarde en zeer gulhartige Heer Focko Reitsma waar wij zoo vriendelijk als mogelijk is ontfangen werden, en na het houden der maaltijd besloot het gezel schap tot het bezichtigen der voomaame stadsgebouwen, en ten drie uuren wandelden wij over de Groote Markt naar het stadhuis, zijnde een treffelijk gebouw wiens voorgevel, uit witten arduinsteen opge haalt, tusschen de bovenste vensters pronkt met vijfentwintig meer dan leevensgroote beelden van veele graaven en graavinnen; hetzelve pronkt ook met eenen fraaijen tooren insgelijks van witten arduinsteen gemaakt. Wij vergenoegden ons niet dit overschoon gebouw alleen van buiten te beschouwen maar traden langs eenen blaauwen arduinstee- nen trap naar boven en beschouden hier eerst eene zeer ruime voorzaal aan de regte zijde vercierd met een halfrond, zijnde een zeer deftige en fraaie vierschaarplaatze waar men gewoon is de Hooge Vierschaar te houden om in halsstraffelijke zaaken het doodvonnis uit te spreken. Uit 140

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1980 | | pagina 214