tooren praaiende, welke tot verwonderlijke hoogte opgebouwt van booven met eenen grooten magneetsteen pronkt50. Van binnen is het gebouw zeer ruim en het choor uitneemend fraai met eene graftombe en monumenten verrijkt. Dog inzonderheid verdient hier onzen lof het allerkonstigste orgel, 't welk voor het beroemde van Haarlems Groote Kerk naauwelijks hoeft te swichten, rustende beneeden op verscheide marmeren pijlaren; en de groote en treffelijke predikstoel door zes sterke mannen van fraai hout kunstig gemaakt ondersteund, op het kunstigst uitgehouwen, boven beschrijving schoon en bezienswaardig. Ook heeft er de kerkeraad een ruim vertrek. Van hier begaf zig ons gezelschap na de Kleine Kerk, welke zeer ruim en net gecierd is met zitplaatsen voor persoonen van allerlijen rang. Voorts bezichtigden wij ook den fraaien lusthof van den beroemden heer Baster, zijnde een ruime en vermakelijke hof met veele beziens- waerdige ornamenten verrijkt, inzonderheid echter merkwaerdig door de menigte goudvisschen in twee of drie vijvers door gemelden heer bewaart werdende, welke dezelve eerst herwaarts overbragt51. Een der vijvers is ter voortteelinge van dit chineese vischje geschikt, welke jaarlijks toeneemen in menigte, en zeer gemeenzaam opgekweekt, uit de hand zelfs eeten. Na het merkwaardige van Ziericzee en dus van het eiland Schouwen bezigtigd te hebben keerden wij dankbaar voor ge- nooten eer en vriendelijkheid 's avonds om half negen weder na ons vaartuig om na Holland voort te reizen. De haven voorspoedig weder uitgezeild moesten we echter door het ongemeen donker weêr ter hoogte van het Duivelandsche dorp Oudekerk ankeren. Vrijdag 's morgens ontwaakt zeilden wij langs Tholen, het eenigst on- vrijdag bezichtigd eiland van de Zeeuwsche kust, met voordeligen wind, en 'iLgu waaren 's namiddags drie uuren voor de Willemstad; voorts de Klun- dert voorbijzeilende totdat we 's avonds zeven uuren voor de mond der Kil tijstoppen moesten en na een verfrisschend gezigt boven op het schip over het ruime water, te rust gegaan zeilden we Dort voorbij, komende 's zaterdags ten elf uure voor de middag de Delfsche haven voorspoedig in. We hielden bij onze waarde neef van Cuyk te Overschie het middag maal en kwamen over Delft allen in behouden welstand zaturdagsavonds acht uuren weder aan te Leiden. 149

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1980 | | pagina 223