LITERATUURLIJST Baster, J. Natuurkundige uitspanningen. Haarlem 1762-1765 2 dln. Chomel, N. de. Algemeen huishoudelijk, natuur- zedekundig en konstwoordenboek. Leiden, Leeuwarden 1778. Benthem Jutting, W.S.S. van, en C.M. van Hoorn. "Oude en nieuwe gegevens over leven en arbeid van dr. Job Baster". Archief ZGW 1967, 29-70. Benthem Jutting, W.S.S. van. "Martinus Slabber". Archief ZGW 1970, 45-65. Holthe tot Echten, G.S. van. "Drie eeuwen Zeeuwse Statenzaal". Archief ZGW 1978, 1-115. Iperen, J. van. Historische redevoering bij het ontdekken der gedenknaald opgericht ter eere van J. Miggrode. Amsterdam 1774. - De statige inhuldiging van prins Willem V als markgraaf van Veere. Middelburg 1767. Kluiver, J.H. "Historische Orgels in Zeeland. III. Schouwen Duiveland, Tholen, Zeeuwsch Vlaanderen". Archief ZGW 1976, 93-231. (Viergever, Daniel). De schijndeugd op het tweede schavot of waarachtig verhaal... Zierikzee, Emmerik 1766, 1767 en zj. 3 dln. Unger, W.S. De monumenten van Middelburg. Maastricht 1943. IJsseldijk, W.E.P. Oude boerderijen in Zeeland. Goes 1975. De gegevens betreffende de in het verhaal genoemde predikanten zijn ontleend aan: W.M.C. de Regt, Naamlijst van Hervormde Predikanten in Zeeland. Handschrift in het bezit van het Centraal Bureau voor Genealogie te Den Haag; fotocopie in het Rijksarchief in Zeeland te Middelburg. NOTEN 1. Nicolaas Hoogvliet, geb. te Delft 16 september 1729, overl. te Leiden 29 april 1777. Studeerde theologie te Groningen en Leiden, werd in 1753 beroepen te Leiderdorp, in 1756 te Delft, in 1757 te Leiden waar hij in 1770 tot hoogleraar aan de Universiteit werd benoemd. Uit zijn huwelijk met Johanna Sara Meerhout werd in 1757 Frans Comelis geboren, auteur van het verhaal; deze studeerde sinds 1769 theologie aan de Leidse Universiteit. Bij zijn tweede vrouw Elisabeth Anna Tatum had hij vier dochters, in het verhaal 'de kleine familie'. Van Nicolaas Hoogvliet zijn twee portretten bewaard gebleven, een geschilderd portret in bezit van de Universiteit te Leiden en een gravure door A. Delfos met een bijschrift door P. Verleus: Een Burger, zoo oprecht als heusch in zijn gedrag; Een vriend, wien 't heil zijns vriends op 't naauwst aan 't harte lag; Een echtgenoot, die teêr zijn weêrhelft minde en eerde; Een vader, die zijn kroost door woord en voorbeeld leerde; Een Godstolk, magtig in 't gewijde Orakelblad; Die 's Tarsers ijver, moed en kracht van zeggen had; Die, als een flonkerstar 't Bataafs Atheen verlichtte, En Kerk en Hoogeschool aan zijn bestier verplichtte; Een eer van 't Christendom, Gods vriend en gunstgenoot, Was Hoogvliet, wien de Kunst doet leven na zijn' dood. 2. Petrus Isaacusde Fremery geb. 8 april 1737; predikant te Zuiderwoude, Overschieen van daar uit in 1773 te Goes beroepen. In 1774 vertrok hij naar 's-Hertogenbosch (in een doorgehaalde passage van het handschrift wordt dit ook vermeld). Hij was gehuwd met Anna Catharina van Thiel. 150

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1980 | | pagina 224