I.I .4.3. DE VERHOUDING VAN DE ATLAS TOT ANDERE VERZAMELINGEN.
Vooropgesteld moet worden dat de Atlas in feite een particuliere verza
meling is en derhalve niet op een lijn kan worden gesteld met soortgelij
ke verzamelingen in musea, archieven en bibliotheken. Dit komt in de
eerste plaats tot uiting in de bijzondere bepalingen met betrekking tot
het bruikleen: zo heeft het Genootschap zich alle rechten voorbehou
den met betrekking tot publicatie, en voor uitlening met bijzondere
risico's is toestemming vereist. Evenmin als een particulier is het
Genootschap onderworpen aan beperkingen bij de acquisitie. In het
voorgaande is echter voor één speciaal geval uitzondering gemaakt,
namelijk wanneer een kaart of tekening organisch in een bestaand
archief thuishoort. Deze regel kan echter niet in alle omstandigheden
worden toegepast: wanneer een kaart door aankoop verkregen is of
wordt is overdracht niet gewenst. Het herkomstbeginsel is voor deze
categorie overigens minder gemakkelijk toe te passen door het ontbre
ken van gegevens omtrent de herkomst. Ook is in mindere mate sprake
van terugplaatsen daar kaarten en tekeningen stelselmatig uit de archie
ven worden gelicht en afzonderlijk bewaard.
Een ander speciaal kenmerk van de Atlas is het bijzonder gebruik dat
het Genootschap zelf maakt van deze verzameling. De verzameling
wordt in toenemende mate benut voor illustratie van werken van het
Genootschap. Teneinde de rechten ten allen tijde voor zich zelf te
kunnen reserveren is in de bruikleenovereenkomst bepaald dat repro
ductierechten kunnen worden geheven. Ten behoeve van eigen uitga
ven kunnen de afbeeldingen zonder bezwaar worden gelicht, wat van
groot belang is.
Van de andere verzamelingen dienen in de eerste plaats die van de
archieven te worden genoemd. De meeste archiefdiensten beschikken
tegenwoordig over een topografische Atlas. In de meeste gevallen is dit
evenwel niet een op zich zelf staande eenheid, maar het totaal van uit
archieven gelichte kaarten, tekeningen e.d. Vanzelfsprekend ontstaat
de wens een dergelijke verzameling met materiaal van buitenaf aan te
vullen, maar het betreft hier niet een voorgeschreven taak van de
betreffende diensten. De persoonlijke interesse van de beheerder is
bepalend in deze. Men kan dan ook niet stellen dat deze verzamelingen
moeten prevaleren boven de Atlas. Evenmin kan worden gesteld dat de
Atlas de enig juiste plaats is voor historisch topografisch materiaal,
maar het ligt voor de hand dat bv. belangrijke portretten het meest op
hun plaats zijn in de afdeling portretten en personalia, dat tekeningen
die bij reeds aanwezig materiaal aansluiten bij voorkeur in de Atlas
worden geplaatst, zodat onnodige versnippering wordt vermeden. Ver
der is bij schenking uiteraard de wens van de schenker bepalend, bij
aankoop zijn de budgettaire mogelijkheden bepalend, terwijl voor de
XXV