162 het onderwijs aan chirurgijns en vroedvrouwen, aangedrongen. Voor de vacature had zich reeds "een zeker persoon" aangemeld (later blijkt deze Jacques Rocquette uit Rotterdam te zijn (zie fig. 3)), die vier jaren in Leiden had gestudeerd, drie jaren in Rouaan, "en actueel nog te Parijs onderwijs genoten [had] van de eerste lijfarts van zijn Majesteit de Koning van Frankrijk". Rocquettes dissertatie De bubonocele, seu hernia inguinali, gedateerd 21 juli 1768, is opgedragen aan Dr. Job Baster en aan Jean Paul Soyer, Waals predikant te Zierikzee, terwijl de promovendus in zijn voorwoord Dr. Baster als zijn - hoewel hem tevoren onbekende - beschermheer in lovende bewoordingen toe spreekt22. II. Verloskunde Basters belangstelling voor de verloskunde is waarschijnlijk reeds ge wekt tijdens de studiereis naar Parijs, en later nog versterkt via zijn schoonvader Dr. Willem Vink23, die reeds in 1745 het Zierikzees stads bestuur heeft geadviseerd inzake de keuze van een bekwame vroed vrouw. Op 12 nov. 1767 lezen wij in de Stadsnotulen dat Leendert van Graafeiland, admissie als vroedmeester verzoekende, zich beriep op zijn opleiding bij David Henry Gallandat te Vlissingen, èn op het oordeel van "Dr. Job Baster, de gemelde vroedkunde exerceerende". In een brief van 7 sept. 1762 aan Paulus de Wind24 brak Baster een lans voor de vroedvrouw 'Arjaantje', die hij ondanks een kortere opleiding dan de door een stadsordonnantie verplichte, bekwaam acht voor haar werk. Op 17 dec. 1771, schrijvend aan David Henry Gallandat25 te Vlissingen, geeft hij zijn visie op diens verhandeling over de Sectio Caesarea26 bij pas gestorven vrouwen. In een brief van 26 juli 1773 aan dezelfde27 komt hij hierop nog eens terug, en ook de 'symphysiotomie' van Petrus Camper aanroerend, stelt hij voor om ten behoeve van beide operaties eerst eens dierproeven te doen. In dit schrijven geeft hij nog een scherpe kritiek op het 'beulswerk' in St. Maartensdijk van de Zierikzeese lector anatomiae Gijsbert de Witt28, die in het einde van augustus 1769 de naar Haarlem beroepen Jacques Rocquette was opge volgd. Hij stelt daar tegenover hoe hij zelf zorgvuldig en voorzichtig bij een trage ontwikkeling van het kinderhoofd tijdens de baring placht te handelen. Baster heeft vermoedelijk toen als enige doctor medicinae te Zierikzee de verloskunde uitgeoefend en was zo in zekere zin een voorloper van de 19e-eeuwse ontwikkeling der doctores medicinae, chirurgiae et artis obstetricandi. In de ontwikkeling rondom het 'be klemde hoofd' heeft hij duidelijk zijn stem laten horen, en hoewel hij, zoals wij nog zullen zien, de ontwikkeling der instrumentele verlos kunde heeft gevolgd, toont hij zich begrijpelijkerwijs een verklaard tegenstander der soms nog gebruikte 'wrede' instrumenten als de cranioclast, en de 'haken'.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1980 | | pagina 252