hetzij bij lichamelijke inspanning en warmte, de mate van uitwaseming van het lichaam, en zo via de inwendige vochtigheidstoestand de tonus derfibrae. Hij signaleert evengoed de positieve invloed van een frisse wind en de tonisering door een koud bad, als de soms gezonde, soms gevaarlijke noordelijke winden, die 'pleurissen, pneumoniae en zinkingen' kunnen veroorzaken, en de nadelige werking van de zoele en vochtige zuide- wind vooral bij psychisch zwakken. Zo kunnen 'de afkleenzingen en de uitwerpselen (secretiones et excretiones)' vermeerderd of verminderd worden, waardoor 'zinkingen' (catarrhi) "op de Strot en Longepypen, kwaade Keelen, S'quinancies, Verkoudheid, afgaande en binnen Koortsen (Febres intermittentes lentae continuae)", kinkhoest bij kinderen, longontsteking, 'pleurissen, rheuma en buiklopen' kunnen ontstaan, óf een gezonde lichaamsgesteldheid gehandhaafd kan blij ven. Hij hanteert ook de 6/6 formule van Van Leeuwenhoek, en ver meldt de door Van Musschenbroek aangegeven afmetingen der ver schillende 'globulen'. "De Vermiljoen roode koleur in de Vena Pul- monalis" wijst hem op de vermenging van luchtdeeltjes met het bloed. In verband met de hierdoor "grote noodzakelijkheid van de lugt voor ons leven"33, wijst hij ook op de gevaren van de schadelijke uitwase mingen van "dieren, planten, mineralen, zouten, zwavel, ja zelfs goud door brandspiegels in dampen veranderd", zich verspreidend op ver schillende hoogte "al naar hun gravitas specifica"34. De lichaamsvochten zijn bloed, wei, gal, pis, en het zeer subtiele zenuwvocht, dat ook door de luchthoedanigheid en door een vergif in de lucht bij besmettelijke ziekten beïnvloed kan worden. "Misschien is de lucht ook het vehiculum van een electrise vloeistoffe, waaruit waar schijnlijk onze zenuwvochten35 bestaan, die onze actiones vitales be palen". Koud en vochtig weer veroorzaakt vele pijnlijke ziektever schijnselen door een verzwakking der zenuwen, zoals een geladen ijzerdraad in een vochtige kelder geen tekenen van electriciteit meer geeft. Zo kunnen de zenuwen "met eene Electrise Stoffe vervuld weezen, tenminste, dat onze Zenuwvogten veel overeenkomst met de Electrise Stoffe hebben". Dit zenuwvocht is niet homogeen, maar kan door zout- en oliedeeltjes ('particulae Heterogenae') scherp, bijtend of minder vloeibaar worden, waardoor "naar den aart, eigenschappen en hoeveelheid dier deeltjes, ook verscheide toevallen kunnen ontstaan: Krampen en Stuiptrekkingen, welke, naar de verscheide diensten dier aangedaane Zenuwen, verscheide toevallen veroorzaken; Kramptrek kingen, Brakingen, Wringingen in de Darmen, Slaperigheid, Stuipen, Zinneloosheid, Flaauwten en Hartkloppingen en zo voorts". Ofschoon de 'holligheid der zenuwen' onbedenkelijk klein is, en het zenuwvocht onbedenkelijk dun en vlug, zijn kwaadaardige en besmettende stoffen in de lucht ook klein genoeg om onder de zenuwvochten te worden 164

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1980 | | pagina 254