en wijst daarbij op "de grote kroppen bij de inwoonders der Alpise gebergten", hierbij Juvenalis Sat. XIIIaanhalend: Quis tumidum mira- tur in Alpibus (wie bewondert de zwelling krop in de Alpenstreken). Over de Zeeuwse lucht, toen sedert lang berucht door de 'Zeeuwse koortsen', zegt hij42, dat deze bijzonder zuiver is door het alom de kusten bespoelende zeewater. Zeeland is even gezond als Holland, "waar men dikwijls naar Scheveningen gaat om daar een Zee-lugtje, als dienstig voor de gezondheid, te gaan scheppen". Ook de grond in Zeeland is gezond, getuige de goede boom- en aardvruchten, en het zuivere putwater in Schouwen, in tegenstelling tot dat in Amsterdam en Den Haag. Het uitstekende vlees der koeien en varkens, het koren, het bier en de zeevis worden van hier naar elders vervoerd. De Zeeuwen acht hij kloek, sterk en dapper en de sterfte-lijsten in Zeeland geven hoge leeftijden aan43. De gevreesde Zeeuwse koortsen verklaart hij, doordat de mensen die uit een hoger en droger gedeelte van het land in Zeeland komen, hier minder kunnen uitwasemen door de vochtige lucht, waardoor een stof in het lichaam blijft die koorts veroorzaakt. Vermindering van de uitwaseming kan ook ontstaan door het eten van schelpdieren, en een tot nu toe verborgen kwaal kan door de 'roering' van het water in Zeeland als koorts te voorschijn treden44. De gezondheid van de Zeeuwse lucht kent volgens hem één uitzondering: als bij eb in de zomer en het begin van de herfst de slikken en meylanden droog vallen, en daar veel zeeplantjes en waterinsecten gaan rotten, ontstaan scha delijke dampen. Daarom raadt hij vreemdelingen aan om hier in het voorjaar te komen, en als de zomer heet is, in het begin van augustus weer te vertrekken45. Met name door zijn verhandeling over de lucht heeft Baster invloed gehad op de eerste ontwikkeling van de medische geographie in de Natuur- en Geneeskundige Verhandeling van de Oorzaken, Voorbe hoeding, en Geneezing der Ziekten, uit de Natuurlijke Gesteldheid van het Vaderland voortvloeijende, van Dr. Iman Jacob van den Bosch48. Deze was als antwoord op een prijsvraag van de Hollandsche Maat schappij van Wetenschappen te Haarlem in 1775 met een gouden medaille bekroond. Uitgaande van het oude leerstuk der 'res non naturales'49 trachtte Van den Bosch een verklaring voor de meeste pathologische verschijnselen te vinden in de de mens omringende na tuur met al haar plaatselijke wisselingen en variaties: het geographisch determinisme50. Na de technische vindingen van de 17e eeuw was het mogelijk het weer en het klimaat in haar wisselvalligheden vrij nauwkeurig te meten. Wij zagen reeds hoe Hoffmann dit verwerkte in zijn advies aan de medici van zijn tijd, hetgeen door Baster in 1757 werd doorgegeven. Na Hoff mann zijn door Huxham in diens 20-jarige weer- en ziekte-waamemin- 166

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1980 | | pagina 256