aan Dr. Job Baster te Zierikzee, die de gevolgde behandeling goed
keurde, en er ten sterkste op aandrong de waarnemingen te publiceren,
hetzij 'particulier', of aan te bieden aan "de Hollandsche Maatschap-
pye der Weetenschappen te Haarlem, om dezelve ten nutte van ande
ren door den Druk gemeen te maken". Van Casteel heeft dit aanvanke
lijk niet aangedurfd, maar toen de oprichting van de Correspondentie
Sociëteit hem bekend werd, en de ziekte zich sedert enige tijd weer op
het eiland openbaarde, stuurde hij toch nog zijn verslag in, ter plaatsing
in de Verhandelingen van het jaar 1780. Pas in 1785 kon het worden
opgenomen. Een weliswaar verlaat, doch interessant gevolg van een
nauwelijks meer bekend gebleven briefwisseling.
De door de Correspondentie Sociëteit verzamelde weerkundige tabel
len, ziekte-, geboorte-, en sterftecijfers, vergezeld van epidemiologi
sche waarnemingen, hebben althans ten dele de door Baster in 1757
doorgegeven aansporing van Hoffmann in vervulling doen gaan. Hoe
wel de Verhandelingen, mede door de toenemende economische moei
lijkheden bij de uitgave, na 1795 niet meer verschenen67, hebben ze
toch een voorbereiding gegeven op de 19e-eeuwse ontwikkelingen: de
medische geografie, -statistiek, het staatstoezicht en de latere sociale
geneeskunde68.
Op een iets andere wijze komen Basters physiologische en pathologi
sche opvattingen tot uiting in zijn Brief over de zwaarlijvigheid69
Hierin geeft hij een systematische uiteenzetting aan een patiënt70,
stellend hoe de aard van de inademingslucht, de voeding, de levens
wijze, en ook de psychische toestand71, de bloedsomloop, vooral in de
capillairen, de hoedanigheid van het bloed en de fibrae der vaste delen
zodanig kunnen beïnvloeden, dat deze dun, slap en zacht worden en
gemakkelijk uitzetten. De bijzondere holligheden ('receptacula'), met
name in het vetvlies ('membrana adiposa') - dat alle inwendige delen
als 'membrana cellulosa' bekleedt - kunnen dan gemakkelijker olie
achtige deeltjes uit de lucht en de voeding, via het bloed en de 'ductus
adiposi' in de fibrae opnemen, mede door geringere 'afkleenzingen',
zeker als de gemoedstoestand ook nog tevreden en gemakkelijk is. In
zijn advies tot de bestrijding van vetzucht legt hij de nadruk op
lichaamsbeweging, het vermijden van vochtige en bedompte lucht, van
kleding die de normale uitwaseming belet, en op dieet. Het laatste
omvat vermijding van "alle vette, slijmige en balsamieke spijzen", die
de slijmvliezen niet prikkelen, en niet schielijk verdund worden om
door de 'afkleinzende vaatjes (vasa secretarial' te passeren, zoals verse
eieren, rijst in melk gekookt, schelpdieren, amandelgebak, zoete
wijnen, bier, erwten en bonen, en winderige voedingsmiddelen. De
slaap zij niet lang, op een harde matras; vaak koude baden. Warme
baden "verslappen de fibren". Veel fruit, gekookte groente, mosterd
en met zuur ingelegd voedsel, specerijen en bittere dingen, die "de
168