Baster heeft destijds de boekenschat van zijn schoonvader Dr. Willem
Vink geërfd. Tot de werken die hij zelf heeft, verworven behoren
waarschijnlijk alle werken van zijn Leidse leermeesters en hun naaste
opvolgers. Verder zijn er de uitgaven van vele belangrijke 17e- en
18e-eeuwers: Antoni van Leeuwenhoek, Reinier de Graaf, Swammer-
dam, Harvey, Spiegelius, Diemerbroek, de le Boë Sylvius, Walaeus,
Bartholinus, F. Hoffmann, Stahl, Drelincurtius, Pauw, Steno, Nuck,
Pitcaim, Bidloo, F. Ruysch, Titsingh, Rau, P. van Musschenbroek, A.
von Halier, Linnaeus, Petrus Camper, Rosen van Rosenstein en an
deren. Naast deze zien wij nog vele Engelse, Franse en Duitse auteurs,
waarvan met name vermelding verdienen: F. Hoffmann te Halle met
zijn standaardwerken (11 vis.) en Huxham, Observationes de Aere et
Morbis Epidemicis, London 1752, verder Sydenham, Lind, Pringle,
Tissot, Gagliard, Pechlinus. Van de 16e-eeuwers treffen we ondermeer
aan: Cardanus, Femel, Joubert, Silvius, Fabricius ab Aquapendente,
Conrad Gesner, Vesalius (ed. Boerhaave en Albinus, 1752), Paré,
Forestus, Heumius, Plempius, Lommius, Matthioli. Van de middel
eeuwers: Avicenna, Albertus Magnus en de Schola Salemitana, van de
klassieken: Hippocrates, Galenus, Aretaeus (ed. Boerhaave 1731),
Paulus Aeginata, Theophrastus, Celsus, Plinius Secundus (ed. 1733),
Aelianus (ed. 1744).
Onder de voor zijn tijd recente uitgaven valt op Auenbruggers verhan
deling over de percussie (1761), naast The Pulse Watch by F. Floyer
(1720). In verband met Basters belangrijke beschouwing over de lucht
zijn van betekenis naast Huxham: An account of a New Method for
extracting the foul Air out of ships by S. Sutton and Mead (1749), F.B.
de Sauvages, Diss, ou Ton recherche comment l'air suivant les dif-
férentes qualités agit sur le corps humain, Paris, 1753, Jarbuthnot, An
Essay concerning the Effects of Air on human bodies (1759), en A.P.
Nahuys, De Qualitate noxia Aeris in Nosocomiis Carceribus, Harl.
1770. Zijn verhandeling over vetzucht is misschien begeleid geweest
door T. Short, A discourse concerning the cause and effects of Corpu
lency, Lond., 1728. Een aantal boeken over geneeskrachtige baden en
de invloed van muziek bij zieken vallen op.
Zijn belangstelling voor de verloskunde blijkt uit de werken van
Ruysch, Van Deventer, Mauriceau, Smellie, Portal, Palfïjn, Levret,
voorts W. Vink, De partu difficile, C. Plevier, De gezuiverde Vroed-
kunst (1751), J.D. Schlichting, Tegens Pleviers Vroedkunst (1751)93,
W. Denys, Over het Ampt der Vroedmeesters en Vroedvrouwen, H.
van Roonhuyse, Het beklemt hooft gered, J. van Hoom, Onderwijzing
in de Vroedkunde, Amst. 1753, D.H. Gallandat, en Paulus de Wind. In
Bienville, La Nymphomanie ou Traité de la Fureur Utérine (1771), en
van dezelfde schrijver een publicatie over de clitoris, bezat hij twee
werken uit de Franse sexuologische literatuur. Van zijn actieve inte-
173
