als blijk van zijn kennis en kundigheden der geleerde waereld na de
volgende door hem van tijd tot tijd uitgegeeven Schriften en Verhan
delingen [...]s.
De in deze bijdrage gepubliceerde brieven van Baster maken deel uit
van de handschriftenverzameling van het Genootschap in bruikleen bij
de Provinciale Bibliotheek van Zeeland. Het handschrift van Baster is
prachtig regelmatig en zijn stijl is helder en eenvoudig. Bij de tekstbe
werking zijn de Richtlijnen voor het uitgeven van historische beschei
den van het Nederlands Historisch Genootschap en de Rijkscommissie
voor Vaderlandse Geschiedenis gevolgd. De uitvoerige begroetingen
en dankbetuigingen zijn slechts bij iedere eerste brief van de opeenvol
gende reeksen volledig opgenomen.
De annotatie is tot het meest noodzakelijke beperkt. In het algemeen is
weinig verklaring nodig om de brieven goed te begrijpen. Bovendien is
reeds een schat aan gegevens betreffende achtergronden en historische
situaties bijeengebracht door mevr. dr. W.S.S. van Benthem Jutting en
dr. C.M. van Hoorn in hun studie over Baster, waarnaar wij gaarne
verwijzen.
Wat de geadresseerden betreft het volgende:
Paulus de Wind (1714-1777), geboren te Middelburg, studeerde te Lei
den en promoveerde in 1735 op een dissertatie "De abortu"6. Na een
studiereis naar Parijs vestigde hij zich als geneesheer te Middelburg,
waar hij zich al spoedig manifesteerde als een veelzijdig en bekwaam
medicus. Zijn meest bekende publicatie is: Geklemd hoofd geredt
(1752), een voor die tijd belangrijke bijdrage op het gebied van de
obstetrie.
David Henri Gallandat (1732-1782), Zwitser van geboorte, werd bij zijn
oom J.H. de Bruas opgeleid tot scheepschirurgijn. Na enkele reizen
naar Guinea en West-Indië studeerde hij aan de geneeskundige school
te Parijs (1759-1760). Daarna vestigde hij zich met goedvinden van de
magistraat als geneesheer te Vlissingen. Gepromoveerd tot M.D. is hij
pas in 1775. Zijn grote verdiensten liggen op het terrein van de verlos
kunde en van het geneeskundig onderwijs7.
Jona Willem te Water (1740-1822), theoloog, geschiedschrijver en se
cretaris van het Zeeuwsch Genootschap (1776-1785), later hoogleraar
in de theologie te Leiden (1785) is de enige niet-medicus in deze reeks.
Toch is hij voor J. Baster evenals voor de andere artsen en geleerden
van zijn tijd een belangrijk middelpunt, omdat voor hen allen het
Zeeuwsch Genootschap een centrale plaats voor hun wetenschappelijk
werk betekende. Dit is met name het geval voor Henri Gallandat.
Toen de laatste door collega's werd gedwarsboomd omdat hij het
geneeskundig beroep uitoefende zonder doctor medicinae te zijn, is hij
met hulp van J.W. te Water te Harderwijk gepromoveerd op een
189