genegentheijd zult willen accepteeren. Twijfele niet of U Ed. zult in de
maand junij ook het derde4 ontfangen hebben.
De versogte goudvisjes zal U Ed. binnen twee a drie weeken tragten te
bezorgen, zijnde mij niets liever als U Ed. dienst te doen, en teijkens
van mijn hoog agting te geeven. Dog zij zullen wat grooter weesen, als
die van de Raad pensionaris, dewijl de visjes van de zomer sterk
gegroeijt zijn.
Onze vroedvrouw Arjaantjes word door mijn confrater de Heer ...6
goddeloos gedwarsboomt, en gedwongen, schoon in het examen be-
quaam bevonden is, dat volgens de ordonnantie een jaar en geen drie
maanden moet leeren.
Ik recommandeere mij in de continuatie van U Ed. zeer dierbaare
vriendschap en na mijne tot alles volveerdige dienst aan U Ed. geoffe-
reert te hebben, zoo blijve na minsame groetenisse van mijn Vrouw en
mij aan U Ed., Mejuffr. U Ed. beminde en geagte familie,
Job Baster.
Zierikzee, den 7 september 1762.
1. Hydrophobia: geschrift van Paulus de Wind. Het manuscript berust in de handschrif
tenverzameling van het Zeeuwsch Genootschap in de Provinciale Bibliotheek van
Zeeland.
2. Anthonie den Boer. Deze heb ik niet kunnen identificeren.
3. Het vierde stukje dateert van 1762.
4. Het derde verscheen in juni 1761.
5. Arjaantje: waarschijnlijk Adriana Dekker.
6. De confrater is waarschijnlijk de stadsdokter Michiel Ruyte (1717-1770), die doorzijn
functie een zekere verantwoordelijkheid over de praktijk der vroedvrouwen had.
Mededeling van dr. C.M. van Hoorn te Zierikzee.
4. z.d. zomer 1764
Eigenh. orig. PBZ, Hs. KZGW, vnr. 1760.
Weledele seergeleerde Heer, hoog geëstimeerde vriend, In 't laast van
Junij1, terwijl ik een reijsje in Holland dede, zoo is het vijfde stukje
mijner Opuscula Subseciva uijtgekomen, het welk toen maar met een
enkeld adres door mijn Broeder2 aan U Ed. hebbe laten toesenden. Het
zoude mij zeer liev weezen door een kleijn lettertje te mogen vemee-
men of UEdl. het zelve op zijn tijd hadde ontfangen.
Inmiddels hebbe d'eer van U Ed. het sesde en laaste stukje als een
teijken van mijn bijzondere hoogagting en opregte vriendschap te offe
reeren.
Ben de H. Samuel de Wind3 zeer verpligt voor het doorwrogt Despuit
van zijn Ed., het welk met veel genoegen en overtuijging geleezen
194