treffen. In de 19e eeuw beperkte men zich evenmin tot werk van eigen bodem: de verzameling die men in het voormalig kunstmuseum bijeen bracht is representatief voor het particuliere kunstbezit in die tijd. Het is duidelijk dat het na de tweede wereldoorlog geïntroduceerde criterium "echt Zeeuws" leidt tot een volstrekt onjuist en onvolledig beeld van het rijke cultuurleven in Zeeland in vroeger eeuwen. Deze conclusie is met name van belang voor de instandhouding van de bestaande verzamelingen en het beoordelen van schenkingen. Het Genootschap moet gelijke zorg dragen voor alle categorieën van het museale bezit en moet vanuit een wetenschappelijk verantwoord beeld van de cultuur in Zeeland in het verre en nabije verleden de verzamelin gen trachten aan te vullen door aankoop en het stimuleren van schen kingen. Vanzelfsprekend zal bij aankoop de nadruk moeten liggen op objecten die aanwijsbaar uit Zeeland afkomstig zijn. Ook in onze tijd laten nieuwe visies op de doelstellingen van de musea zich gelden. Een zeer belangrijke stroming is - parallel met de gewijzig de opvattingen over monumenten - de aandacht voor andere maat schappelijke groeperingen in het verleden, dan alleen de elite. Een museum behoort niet alleen een beeld te geven van het luxe leven van de patriciërs te midden van hun kostbaarheden en rijke interieurs, maar ook van het leven van de minder bevoorrechten, zodat ook een stuk sociale geschiedenis tot uitdrukking kan worden gebracht. Het Genoot schap heeft een dergelijk criterium reeds uitdrukkelijk gehanteerd met de aanvaarding van het legaat Kooiman-van Middendorp, dat vele meer gewone gebruiksvoorwerpen bevat, bijvoorbeeld een serie bor den betreffende het Oranjehuis zoals men die in vele huizen nog kan aantreffen als uiting van aanhankelijkheid aan het koningshuis. Na deze algemene beschouwing over de doelstellingen voor het musea le beleid is een korte opsomming van nog bestaande leemten in de verzamelingen gewenst (voor zover deze het werkterrein van de Werk groep Historie en Archeologie raken). a. Schilderijen. Hier doen zich nog regelmatig mogelijkheden voor tot uitbreiding van de collectie. Met name portretten verdienen de aandacht. Het gaat er immers niet alleen om enige specimina van portretkunst te hebben, maar ook om de verzameling iconografie, voor een belangrijk deel in de Zelandia Illustrata ondergebracht, zoveel mogelijk te completeren. Ook is het van belang te bevorderen dat schilderijen die in openbare gebouwen minder op hun plaats zijn aan het museale bezit worden toegevoegd. Overigens zijn de mogelijkheden voor zover het aankoop betreft niet groot door de zeer hoge prijzen. b. Meubelen. De categorie specifiek Zeeuwse meubelen verdient in de eerste plaats XXXI

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1980 | | pagina 29