19. 1 februari 1773. Eigenh. orig. PBZ, Hs. KZGW, vnr. 2141. Seer eerwaarde en geleerde Heer, hooggeachte Neev, Daags na dat ik U eerw. seer geagte missive van den 4 november 1772 hadde beant woord, en U eerw. de Vertaling van het Botanise Stukje' hadde toege- sonde zoo vond mij vereert met U eerw. altoos aangename van den 7 dito, welke laaste briev, bij mij ook nog onbeantwoord, misschien oorzaak is, dat U eerw. mij nog niet hebt laten weeten 1. of die Vertaling hadde ontfangen, en of die na U eerw. genoegen is geweest. 2. En ten anderen, of er eenige reflexie is gemaakt op de verhandeling ter behoudenisse der zeedijken die tot devies heeft Dit diend ten nutte voor het Strand Behoud van Zeedijk, Slijk en Zand2. 3. Zullende U eerw. mij plaisir doen, als mij het zelv eens geliefde te schrijven, als ook wanneer het derde deel der Maatschappij staat uijt te komen3. 4. Over eenige weeken de Heer Gallandat bedankende voor het present van zijn Ed. nuttig onderwijs in de Vroedkunde4, zoo verzogt ik zijn Ed. ook om te weeten, of in de Bibliotheek der Maatschappij een exemplaar was, van mijner Natuurkundige Uijtspanningen, anders zoude de vrijheijd neemen om aan de zelve een, met gecouleurde platen, te offereeren5. Dewijl U eerw. voorleede jaar de goedheijd hadde van mij te schrijven dat mijne waameemingen van het weer 1771 aan de Maatschappij niet onaangenaam hadden geweest; zoo neeme ik de vrijheijd van die van't jaar 1772 hier nevens aan de zelve te offereeren, zijnde mij niets aangenamer, als aan de Ed. Maatschappij teijkens van mijne altoos bereijdwillige dienstvaardigheijd te geeven6. Ik twijfele niet of U eerw. hebt het sterfgeval van mijn broeder Alphon- sus Baster door een tweede toeval van Apoplexie op den 12 November 1772, vernomen7. God bewaare U eerw. en alle die U eerw. liev en waard zijn, voor alle zoort van droefheijd verwekkende ongevallen. Ik hebbe de Basteria, de zelve is nergens zoo als door Miller beschre ven, dog Du Hamel heeft kort na dien die beschreven onder de naam van Butneria, en Ehret onder die van Brueneria8; Linnaeus die een Souverain gesag heeft in de Botanie, heeft om de confusie van die naamen te vermijden, de zelve genoemt Calijcanthus zoo dat dat hees tertje vier namen heeft, in Engeland en Holland die van Basteria, in Vrankrijk Butneria soo voorts. Vrindelijk verzoekende dat den ingeslooten zult gelieven te behandi- gen, zo blijve na U eerw. en Nigt Te Water van wegen mijn Vrouw en 212

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1980 | | pagina 302