meestoven. De weinige die nog resten verdienen te worden beschermd.
Een andere belangrijke sector is de scheepsbouw. Voor Zeeland als
eilandengebied in een knooppunt van handelsverbindingen en temid
den van visrijke wateren zijn de scheepsbouw en de scheepvaart de
eeuwen door belangrijke bronnen van bestaan geweest. Onderzoek,
registratie en zo mogelijk conservatie van Zeeuwse scheepstypen zijn
uitermate gewenst met het oog op dit belangrijke maritieme verleden.
Voorts verdienen typische producten uit diverse perioden de aandacht,
zoals toepassingen van gietijzer sinds de vorige eeuw.
1.2.5. HET CULTUURLANDSCHAP.
Het voorkomen van het landschap wordt reeds lang bepaald door
menselijk ingrijpen. Het natuurlandschap is in de loop van de tijd door
de activiteit van de bewoners omgevormd tot een cultuurlandschap:
aanleg van dijken en wegen, indeling van akkers, bouw van bijkomende
voorzieningen, aanplantingen etc. In de periode na de middeleeuwen
was er een betrekkelijk evenwicht tussen mens en milieu; in de recente
tijd heeft de mens door toepassing van technologie en energie een zo
grote overmacht gekregen dat in korte tijd ingrijpende veranderingen
kunnen plaatshebben. Het is daarom uitermate belangrijk dat registra
tie van het bestaande plaatsvindt en bescherming wordt bereikt voor
wat nog aan waardevolle elementen aanwezig is. Op dit gebied wordt
reeds het nodige gedaan, maar het is niet overbodig dat het Genoot
schap in bepaalde gevallen dergelijke initiatieven ondersteunt.
Een zeer belangrijk element in het cultuurlandschap in Zeeland in het
verleden was de buitenplaats. Vooral na het midden van de 17e eeuw
ontstonden tal van buitenplaatsen en lusthoven, variërend van speel-
hofjes buiten de singels en herenboerderijen tot buitenplaatsen van vele
hectaren oppervlakteDe tuin- en landschapsarchitectuur namen hierin
een hoge vlucht. Deze cultuuruiting verdient niet alleen onderzoek
maar ook een museale benadering: een park in authentieke vorm is voor
het exterieur van eenzelfde betekenis als de stijlkamer voor het inte
rieur om een beeld te geven van de cultuur in het verleden.
1.3. MONDELINGE BRONNEN.
Zeer terecht is bij de behandeling van de beleidsnota van de Werkgroep
opgemerkt dat ook de overlevering een plaats behoort te hebben tussen
de diverse categorieën van bronnen. Hier gaat het niet alleen om
overlevering uit een verder verleden, maar vooral ook om feiten die
men zelf heeft meegemaakt. De recent verschenen geschiedschrijving
van de oorlog '40-'45 is een duidelijk voorbeeld van het belang van deze
bron. Deze kan op verschillende manieren in verenigingsverband wor
den benut. Zo kan de Werkgroep in Nehalennia ruimte ter beschikking
stellen om onderzoekers vragen te laten voorleggen aan de lezers of
XXXVI